Een kris gemaakt van gesmeed ijzer. De kris heeft een recht lemmet met een verenpatroon (pamor) en een versiering van bladgoud. Het opzetstuk van het lemmet (ganja) heeft aan één kant scherpe punten (greneng). Aan de andere kant, aan het lemmet, is een krul te zien (telale gajah). Het boveneinde van het lemmet is aan beide kanten versierd met Arabisch schrift in goud. Aan een kant staat "Nata Kusuma, Panembahan van Sumenep", aan de andere kant staat een datum in islamitische jaartelling: 30/9/1281, hetgeen overeen komt met 26 februari 1865. Waarschijnlijk heeft is het wapen op deze dag door Natakusuma III, vorst van Sumenep, geschonken aan Sloet van de Beele, indertijd gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.<BR> <BR> De bolvormige steelring (mendak) is van zilver gemaakt en ingelegd met diamantjes. Het gebogen heft is van ivoor gesneden en met bloem- en bladdecoraties versierd. De schede (gandar) en de bootvormige schedeopening (wrangka) zijn van lichtbruin gevlamd hout gemaakt. De zijkanten van de opening zijn versierd met ingesneden gekrulde bladeren. De schede heeft een gouden hoes (pendok), die aan de voorkant het hout laat zien. Onder de opening is om de schede een ring van bladgoud gelegd met in het midden een smaragd, die door een gouden bloem en twee gouden bladeren wordt omsloten.<BR> De schede ontbreekt.