Klei, hout, en de gedroogde schillen van pompoenen waren materialen die het meest gebruikt werden om schotels en potten voor huishoudelijk gebruik te maken. Ze varieerden in vorm van extreme eenvoudig tot zeer origineel en verfijnd. Handel en contact met Europeanen leidde tot nieuwe typen schotels, die steeds vaker gebaseerd waren op Europese ontwerpen. Westerse reizigers waren op hun beurt erg gefascineerd door Afrikaanse potten en schotels, vooral bij de kalebassen, die nieuw voor hen waren. <BR> Holub vond de houten schotels om kleine stukjes gesneden vlees of vis mee op te dienen, de meeste verfijnde voorbeelden van Mambunda houtsnijwerk (976-44, 976-45). Het huishouden van notabelen bestond meestal uit één zo’n schaal, een Koninklijke hoogwaardigheidbekleder had er vaak twee of drie. De koning zelf had de meeste en de mooiste schalen.<BR> <BR> <BR>