Lepel

Veel negentiende eeuwse ontdekkingsreizigers waardeerden het feit dat lepels makkelijke draagbare souvenirs zijn. Vele lieten hun persoonlijke bestek setje maken door de lokale bevolking. Ongebruikelijk gevormde lepels werden verzameld als bewijs van de Afrikaanse kunstzinnigheid. De vele exemplaren in Europese musea getuigen van de fascinatie van ontdekkingreizigers met de diversiteit van deze lepels. Hoewel details over hun gebruik of hun ongewone ontwerp zelden vermeld zijn. Hierdoor weten we helaas weinig over het doel dat ze eventueel hadden naast het gebruik als bestek. <BR> Lepels die werden beschouwd als persoonlijk eigendom werden vaak begraven met hun eigenaar en de lepels die ontvangen zijn door de man als bruidschat worden teruggegeven aan haar familie na haar dood. Lepelsnijders zijn altijd mannen. Simpele lepels om te roeren en te koken zijn vaak gemaakt voor persoonlijk gebruik. De houtsnijders doen het werk terwijl ze ook iets anders aan het doen zijn, bijvoorbeeld tijdens het bier drinken, een gesprek, of het vee drijven. De makers van rijkelijk versierde lepels zijn echter altijd specialisten. Vele zijn zelfs bekend bij andere volken. Lepels om te koken en te roeren worden met fijn zand schoongewreven, terwijl lepels om te drinken en te scheppen alleen in water gewassen worden. <BR> Emil Holub schreef dat bij de Mbunda (976-37, 976-38) grote lepels tot 60 cm gebruikt werden om bloem, verdikte melk en gekookt fruit mee op te scheppen, terwijl kleinere lepels werden gebruikt om het mee op te eten. Holub vond de Mbunda de meeste getalenteerde houtsnijders. <BR> <BR>

Lepel

Veel negentiende eeuwse ontdekkingsreizigers waardeerden het feit dat lepels makkelijke draagbare souvenirs zijn. Vele lieten hun persoonlijke bestek setje maken door de lokale bevolking. Ongebruikelijk gevormde lepels werden verzameld als bewijs van de Afrikaanse kunstzinnigheid. De vele exemplaren in Europese musea getuigen van de fascinatie van ontdekkingreizigers met de diversiteit van deze lepels. Hoewel details over hun gebruik of hun ongewone ontwerp zelden vermeld zijn. Hierdoor weten we helaas weinig over het doel dat ze eventueel hadden naast het gebruik als bestek. <BR> Lepels die werden beschouwd als persoonlijk eigendom werden vaak begraven met hun eigenaar en de lepels die ontvangen zijn door de man als bruidschat worden teruggegeven aan haar familie na haar dood. Lepelsnijders zijn altijd mannen. Simpele lepels om te roeren en te koken zijn vaak gemaakt voor persoonlijk gebruik. De houtsnijders doen het werk terwijl ze ook iets anders aan het doen zijn, bijvoorbeeld tijdens het bier drinken, een gesprek, of het vee drijven. De makers van rijkelijk versierde lepels zijn echter altijd specialisten. Vele zijn zelfs bekend bij andere volken. Lepels om te koken en te roeren worden met fijn zand schoongewreven, terwijl lepels om te drinken en te scheppen alleen in water gewassen worden. <BR> Emil Holub schreef dat bij de Mbunda (976-37, 976-38) grote lepels tot 60 cm gebruikt werden om bloem, verdikte melk en gekookt fruit mee op te scheppen, terwijl kleinere lepels werden gebruikt om het mee op te eten. Holub vond de Mbunda de meeste getalenteerde houtsnijders. <BR> <BR>