Boog

Boog met pees. Van bamboe, het ene eind kort en stomp, het andere tot een lange spitse punt bijgesneden, met rotan pees. Pijlen werden afgeschoten met een boog. De kleine bogen met de daarbij behorende pijltjes zijn vaak kinderspeelgoed. Vaak werden rotan ringen om de boog gewonden zodat deze steviger werd en minder snel zou splijten of breken. De causarisnagels die soms aan de boog werden bevestigd brachten een geluid voort wanneer de pees hen aanraakte.<BR> <BR> Boog en pijlen van de Geelvinkbaai:<BR> Pijl en boog behoorden tot de belangrijkste oorlogswapens van de Geelvinkbaai. Veel conflicten draaiden om mensenroof waarbij per prauw snelle aanvallen op dorpen van tegenstanders werden uitgevoerd. De meeste oorlogsverwondingen werden veroorzaakt door pijlen. Maar zelfs als pijlen van dichtbij werden afgeschoten, konden ze een persoon alleen dan dodelijk verwonden als het slachtoffer op een zeer kwetsbare plek werd geraakt. Hetzelfde gold voor een groot dier bij de jacht. Pijl en boog werden gebruikt bij de jacht op varkens, kasuarissen, krokodillen, vleermuizen en vogels. Bovendien werd met pijl en boog gevist. In de Geelvinkbaai werd niet met giftige pijlen geschoten. Voor het geval hij een mogelijke prooi zag of zich zou moeten verdedigen tegen een aanval vanuit een hinderlaag, verliet een man zelden zijn dorp zonder zijn boog en pijlen mee te nemen (Sillitoe 1988: 105). <BR> Pijlpunten waren op Nieuw-Guinea gemaakt van bamboe, hout of been. Ze werden vastgezet aan een schacht van riet. De lengte van een pijlschacht was ongeveer 150 cm. Ook waren er pijlen met een schacht van bamboe en kleine pijltjes gemaakt van de nerf van een sagoblad voor de vogeljacht. Kleine pijlen met de daarbij behorende kleine bogen werden ook gebruikt als speelgoed door de jongens om zich in het boogschieten te oefenen. Een pijl om te vissen had meerdere punten. Om pijlpunten stevig aan de schacht te bevestigen werden omwindsels gebruikt van verschillende soorten materiaal, zoals rotan of plantenvezels. Een bamboe pijlpunt werd of direct aan de pijlschacht bevestigd of aan een tussenstuk van hardhout dat met het andere uiteinde aan de schacht was vastgemaakt. Op Nieuw-Guinea werd het uiteinde van een pijl niet van veertjes voorzien; het uiteinde van de schacht was glad zonder inkepingen. Soms werden de schachten versierd met beschilderde en/of ingekerfde patronen. <BR> Literatuur: Sillitoe, Paul, Made in Niugini: Technology in the Highlands of Papua New Guinea, London, British Museum Publications, 1988. RMV Books: 635 K1.<BR>

Boog

Boog met pees. Van bamboe, het ene eind kort en stomp, het andere tot een lange spitse punt bijgesneden, met rotan pees. Pijlen werden afgeschoten met een boog. De kleine bogen met de daarbij behorende pijltjes zijn vaak kinderspeelgoed. Vaak werden rotan ringen om de boog gewonden zodat deze steviger werd en minder snel zou splijten of breken. De causarisnagels die soms aan de boog werden bevestigd brachten een geluid voort wanneer de pees hen aanraakte.<BR> <BR> Boog en pijlen van de Geelvinkbaai:<BR> Pijl en boog behoorden tot de belangrijkste oorlogswapens van de Geelvinkbaai. Veel conflicten draaiden om mensenroof waarbij per prauw snelle aanvallen op dorpen van tegenstanders werden uitgevoerd. De meeste oorlogsverwondingen werden veroorzaakt door pijlen. Maar zelfs als pijlen van dichtbij werden afgeschoten, konden ze een persoon alleen dan dodelijk verwonden als het slachtoffer op een zeer kwetsbare plek werd geraakt. Hetzelfde gold voor een groot dier bij de jacht. Pijl en boog werden gebruikt bij de jacht op varkens, kasuarissen, krokodillen, vleermuizen en vogels. Bovendien werd met pijl en boog gevist. In de Geelvinkbaai werd niet met giftige pijlen geschoten. Voor het geval hij een mogelijke prooi zag of zich zou moeten verdedigen tegen een aanval vanuit een hinderlaag, verliet een man zelden zijn dorp zonder zijn boog en pijlen mee te nemen (Sillitoe 1988: 105). <BR> Pijlpunten waren op Nieuw-Guinea gemaakt van bamboe, hout of been. Ze werden vastgezet aan een schacht van riet. De lengte van een pijlschacht was ongeveer 150 cm. Ook waren er pijlen met een schacht van bamboe en kleine pijltjes gemaakt van de nerf van een sagoblad voor de vogeljacht. Kleine pijlen met de daarbij behorende kleine bogen werden ook gebruikt als speelgoed door de jongens om zich in het boogschieten te oefenen. Een pijl om te vissen had meerdere punten. Om pijlpunten stevig aan de schacht te bevestigen werden omwindsels gebruikt van verschillende soorten materiaal, zoals rotan of plantenvezels. Een bamboe pijlpunt werd of direct aan de pijlschacht bevestigd of aan een tussenstuk van hardhout dat met het andere uiteinde aan de schacht was vastgemaakt. Op Nieuw-Guinea werd het uiteinde van een pijl niet van veertjes voorzien; het uiteinde van de schacht was glad zonder inkepingen. Soms werden de schachten versierd met beschilderde en/of ingekerfde patronen. <BR> Literatuur: Sillitoe, Paul, Made in Niugini: Technology in the Highlands of Papua New Guinea, London, British Museum Publications, 1988. RMV Books: 635 K1.<BR>