De drijver is uit lichtbruin hout gesneden.<BR> Hij heeft de vorm van een vogel, die op het water rust.<BR> De kuif is gemaakt van casuarisveren.<BR> Kralen geven de ogen weer.<BR> In het midden van het plankje is in schuinse richting een gat geboord.<BR> Hierdoorheen wordt de harpoenlijn geregen en geknoopt.<BR> De bovenzijde is geheel van een ingesneden versiering voorzien.<BR> De versiering is uitgevoerd in de typische stijl van het Geelvinkbaaigebied en wordt deels gekenmerkt door het "rankenmotief".<BR> Deze drijver is ter plekke verzameld door F.S.A. de Clercq, resident van Ternate.<BR> Hij moet het object hebben verworven tijdens een van zijn vier reizen naar de west- en noordkust in de jaren 1887 en 1888<BR> <BR> De visvangst en de jacht op zeezoogdieren is van groot belang aan de kust en in het gebied van de Geelvinkbaai.<BR> Bij het vissen worden trek- en schepnetten gebruikt, en ook wel fuiken.<BR> Voor de jacht op dugong (zeekoeien) en zeeschildpadden worden echter harpoenen gebruikt.<BR> Deze hadden oorspronkelijk een bamboe of houten punt.<BR> In het westen van het gebied was tegen het eind van de 19e eeuw de ijzeren punt echter al bekend. <BR> De losse punt werd aan een meterslange houten schacht bevestigd.<BR> Het lange touw gaf het dier enige speelruimte om uit te razen, terwijl de drijver als een soort rem fungeerde die het dier verhinderde te diep weg te vluchten.<BR> HI en DS, 1999.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR>