Prow ornament for an outrigger canoe

De stevenversiering is uit één stuk lichtgekleurd hout gemaakt.<BR> Het onderste gedeelte is in kruisvorm.<BR> Het gat in het onderste deel van de verticale spijl dient ter bevestiging van het stuk achter de steven van de prauw (zie hieronder).<BR> Het dwarshout ervan loopt in twee mensenhoofden uit.<BR> Het bovenste gedeelte bestaat uit een opengewerkte, hartvormige figuur met de punt naar boven.<BR> Deze hartvormige figuur kan waarschijnlijk worden gezien als een zeer sterk doorgevoerde stilering van schuin omhoog gerichte vogelsnavels waarvan de (omgekrulde) punten bij elkaar komen.<BR> Dit blijkt uit vergelijking met object RMV 2119-22, waar de stilering minder ver is doorgevoerd, maar waar de afwijking van het naturalistische beeld toch al groot is. <BR> Van voornoemd object maakt een vogelfiguur deel uit, waarvan de snavel geheel ontbreekt.<BR> <BR> Deze stevenversiering is ter plekke verzameld door F.S.A. de Clercq, resident van Ternate.<BR> Hij moet het object hebben verworven tijdens een van zijn vier reizen naar de west- en noordkust in de jaren 1887 en 1888.<BR> De vroege verzameldatum, de zeldzame stilering van het middengedeelte en de artistieke kwaliteit maken dit stuk bijzonder.<BR> De punt van de snavel van de vogelfiguur ontbrak reeds ten tijde van de verwerving door het museum.<BR> <BR> De kuststrook in het noorden die zich uitstrekt van Wakde-Yamna in het westen tot aan Aitape in het oosten (voorbij de grens met Papoea Nieuw-Guinea) kan zeer globaal als een stijlregio worden beschouwd. Deze stijlregio kan weer onderverdeeld worden in drie hoofdstijlgebieden: Wakde-Yamna, Humboldtbaai en Sentaimeer. Een belangrijk aspect van de kunst van de noordkust wordt gevormd door houtsnijwerk dat toegepast wordt op zeewaardige zowel als kustprauwen. Voor- en achterstevens hebben een uitgesneden versiering, vaak bestaande uit een combinatie van mensenkopjes, vogel- en visfiguren.<BR> Drie verschillende typen prauwversiering kunnen worden onderscheiden:<BR> (a) voornamelijk een verticale spijl met twee horizontale dwarsspijlen;<BR> (b) S-vormig;<BR> (c) een horizontale Y- of V-vormige structuur.<BR> Van het eerste type zien wij hier een voorbeeld.<BR> Deze stijlvorm is typisch voor de voor de kust gelegen eilanden Wakde en Yamna en het aangrenzende kustgebied. Het kleinere eiland Masimasi, het eiland waar dit stuk van afkomstig is, bevindt zich tussen de eilanden Wakde en Yamna in. <BR> De buisplanken van de prauw kwamen aan de voor- en achtersteven bij elkaar in een V-vorm. De hierbij passende V-vorm van de prauwstevenversiering werd hier dan overheen geschoven en er aan vastgebonden met een rotan verbinding. Op die manier droeg een dergelijke prauwstevenversiering bij aan de stevigheid en veiligheid van het vaartuig (Kooijman and Hoogerbrugge 1992:59). Een prauwstevenversiering zoals deze werd verticaal voorin de V-vorm geplaatst en vastgebonden. Het touw werd dan door het gat in het onderste deel van de verticale spijl gehaald en onder het uitstekende kopje van het V-vormig ornament geleid; zo werden beide onderdelen aan elkaar vastgesjord (zie Kooijman and Hoogerbrugge 1992:64, fig. 8).<BR> <BR> De motieven van dit stevenornament zijn vermoedelijk geassocieerd met bepaalde bovennnatuurlijke wezens of mythische voorouders.<BR> Dergelijke prauwstevenornamenten waren niet slechts ter versiering.<BR> Ze hadden een beschermende functie.<BR> Ze waren van bovennatuurlijke kracht bezield.<BR> Zo werden ze geacht de visvangst te bevorderen door de prauw in de richting van de visscholen te leiden.<BR> Ook werden ze geacht borg te staan voor een veilige terugkeer van de prauw en haar bemanning (Kooijman and Hoogerbrugge 1992:64). <BR> HI en DS 1999

Prow ornament for an outrigger canoe

De stevenversiering is uit één stuk lichtgekleurd hout gemaakt.<BR> Het onderste gedeelte is in kruisvorm.<BR> Het gat in het onderste deel van de verticale spijl dient ter bevestiging van het stuk achter de steven van de prauw (zie hieronder).<BR> Het dwarshout ervan loopt in twee mensenhoofden uit.<BR> Het bovenste gedeelte bestaat uit een opengewerkte, hartvormige figuur met de punt naar boven.<BR> Deze hartvormige figuur kan waarschijnlijk worden gezien als een zeer sterk doorgevoerde stilering van schuin omhoog gerichte vogelsnavels waarvan de (omgekrulde) punten bij elkaar komen.<BR> Dit blijkt uit vergelijking met object RMV 2119-22, waar de stilering minder ver is doorgevoerd, maar waar de afwijking van het naturalistische beeld toch al groot is. <BR> Van voornoemd object maakt een vogelfiguur deel uit, waarvan de snavel geheel ontbreekt.<BR> <BR> Deze stevenversiering is ter plekke verzameld door F.S.A. de Clercq, resident van Ternate.<BR> Hij moet het object hebben verworven tijdens een van zijn vier reizen naar de west- en noordkust in de jaren 1887 en 1888.<BR> De vroege verzameldatum, de zeldzame stilering van het middengedeelte en de artistieke kwaliteit maken dit stuk bijzonder.<BR> De punt van de snavel van de vogelfiguur ontbrak reeds ten tijde van de verwerving door het museum.<BR> <BR> De kuststrook in het noorden die zich uitstrekt van Wakde-Yamna in het westen tot aan Aitape in het oosten (voorbij de grens met Papoea Nieuw-Guinea) kan zeer globaal als een stijlregio worden beschouwd. Deze stijlregio kan weer onderverdeeld worden in drie hoofdstijlgebieden: Wakde-Yamna, Humboldtbaai en Sentaimeer. Een belangrijk aspect van de kunst van de noordkust wordt gevormd door houtsnijwerk dat toegepast wordt op zeewaardige zowel als kustprauwen. Voor- en achterstevens hebben een uitgesneden versiering, vaak bestaande uit een combinatie van mensenkopjes, vogel- en visfiguren.<BR> Drie verschillende typen prauwversiering kunnen worden onderscheiden:<BR> (a) voornamelijk een verticale spijl met twee horizontale dwarsspijlen;<BR> (b) S-vormig;<BR> (c) een horizontale Y- of V-vormige structuur.<BR> Van het eerste type zien wij hier een voorbeeld.<BR> Deze stijlvorm is typisch voor de voor de kust gelegen eilanden Wakde en Yamna en het aangrenzende kustgebied. Het kleinere eiland Masimasi, het eiland waar dit stuk van afkomstig is, bevindt zich tussen de eilanden Wakde en Yamna in. <BR> De buisplanken van de prauw kwamen aan de voor- en achtersteven bij elkaar in een V-vorm. De hierbij passende V-vorm van de prauwstevenversiering werd hier dan overheen geschoven en er aan vastgebonden met een rotan verbinding. Op die manier droeg een dergelijke prauwstevenversiering bij aan de stevigheid en veiligheid van het vaartuig (Kooijman and Hoogerbrugge 1992:59). Een prauwstevenversiering zoals deze werd verticaal voorin de V-vorm geplaatst en vastgebonden. Het touw werd dan door het gat in het onderste deel van de verticale spijl gehaald en onder het uitstekende kopje van het V-vormig ornament geleid; zo werden beide onderdelen aan elkaar vastgesjord (zie Kooijman and Hoogerbrugge 1992:64, fig. 8).<BR> <BR> De motieven van dit stevenornament zijn vermoedelijk geassocieerd met bepaalde bovennnatuurlijke wezens of mythische voorouders.<BR> Dergelijke prauwstevenornamenten waren niet slechts ter versiering.<BR> Ze hadden een beschermende functie.<BR> Ze waren van bovennatuurlijke kracht bezield.<BR> Zo werden ze geacht de visvangst te bevorderen door de prauw in de richting van de visscholen te leiden.<BR> Ook werden ze geacht borg te staan voor een veilige terugkeer van de prauw en haar bemanning (Kooijman and Hoogerbrugge 1992:64). <BR> HI en DS 1999