Prauwversiering

Uit één stuk lichtgekleurd hout gemaakt. De grondvorm is een kruis. Het langste hout loopt aan de onderzijde puntig toe. Aan de bovenzijde, boven het dwarshout is het opengewerkt tot een soort van een traliewerk met driehoekige gaten. Over de gehele lengte van dit bovenstuk loopt een soort van arm, met aan het eind een hand met drie vingers. Hierop zit een vogel. Aan een zijde van het dwarshout zit een vogel die met z'n snavel de eerstgenoemde vogel raakt. Aan de andere zijde zit een mensenhoofd. Uit de schedel komt een vogellichaam omhoog. De snavel raakt ook hier aan de bovenste vogel. Het voorwerp is gedeeltelijk met rode en zwarte kleurstof versierd. Wordt aan de achtersteven bevestigd.<BR> <BR> De inheemse bevolking van de Geelvinkbaai bouwde verschillende soorten prauwen. De grootste dienden om verre tochten te ondernemen en de kleinere voor de visvangst. De eersten, waarop geen zeil werd gespannen omdat zij daarvoor niet waren ingericht werd vaak bemand met dertig of meer peddelaars. Kleinere prauwen hebben één uitlegger, meestal aan de rechterzijde, om beter netten te kunnen uitwerpen. De stevens van de prauwen werden versierd met allerlei houtsnijwerk, gewoonlijk van vogels, andere dieren of mensen. In de Humboldtbaai werden de prauwversieringen meestal aan de achtersteven bevestigd. Men kende bovennatuurlijke krachten aan de prauwversieringen toe en geloofde dat deze de bemanning hielpen de prauw in de goede richting te sturen, bijvoorbeeld naar scholen vissen of de thuishaven. Bij het uitgaan op sneltochten werden aan de steven nog meerdere verenbossen van de kaketoe gehecht.

Prauwversiering

Uit één stuk lichtgekleurd hout gemaakt. De grondvorm is een kruis. Het langste hout loopt aan de onderzijde puntig toe. Aan de bovenzijde, boven het dwarshout is het opengewerkt tot een soort van een traliewerk met driehoekige gaten. Over de gehele lengte van dit bovenstuk loopt een soort van arm, met aan het eind een hand met drie vingers. Hierop zit een vogel. Aan een zijde van het dwarshout zit een vogel die met z'n snavel de eerstgenoemde vogel raakt. Aan de andere zijde zit een mensenhoofd. Uit de schedel komt een vogellichaam omhoog. De snavel raakt ook hier aan de bovenste vogel. Het voorwerp is gedeeltelijk met rode en zwarte kleurstof versierd. Wordt aan de achtersteven bevestigd.<BR> <BR> De inheemse bevolking van de Geelvinkbaai bouwde verschillende soorten prauwen. De grootste dienden om verre tochten te ondernemen en de kleinere voor de visvangst. De eersten, waarop geen zeil werd gespannen omdat zij daarvoor niet waren ingericht werd vaak bemand met dertig of meer peddelaars. Kleinere prauwen hebben één uitlegger, meestal aan de rechterzijde, om beter netten te kunnen uitwerpen. De stevens van de prauwen werden versierd met allerlei houtsnijwerk, gewoonlijk van vogels, andere dieren of mensen. In de Humboldtbaai werden de prauwversieringen meestal aan de achtersteven bevestigd. Men kende bovennatuurlijke krachten aan de prauwversieringen toe en geloofde dat deze de bemanning hielpen de prauw in de goede richting te sturen, bijvoorbeeld naar scholen vissen of de thuishaven. Bij het uitgaan op sneltochten werden aan de steven nog meerdere verenbossen van de kaketoe gehecht.