Van geelbruin hout gesneden en donker gekleurd. Ruw rechthoekig voetstuk waarop een viervoetig dier waarvan de rug de eigenlijke steun vormt. Het dier heeft een langwerpige snavelvormige snuit met geopende bek met tanden en houdt een voorwerp in de mond. De ogen zijn aangeduidt met twee blauwe kralen, kleine uitstekende oren. Langwerpige naar onder aflopende staart met krulvormig eind, dat echter ontbreekt. Volgens de inheemse bevolking verbeeldt het dier in de neksteun een hond.<BR> <BR> In plaats van een hoofdkussen maakte de inheemse bevolking van de Geelvinkbaai gebruik van de neksteun die overal mee naartoe genomen werden. Hoewel het voorwerp een neksteun wordt genoemd werd niet liggend met de nek, maar met het oor erop geslapen. De neksteunen werden over het algemeen uit één blok hout gesneden. De oorspronkelijke verzamelaar merkte op dat in de islamitische gebieden de bevolking op hoofdkussens sliep. De figuren die in de neksteunen zijn gesneden stellen vaak voorouders of het clan embleem voor. Tijdens de slaap geven deze krachten bescherming en hulp aan de slaper.