In de vorm van een voorschoot, naar onder puntig uitlopend, met een patroon van witte, gele, blauwe en zwarte kralen, geregen aan een snoer van rotanreepjes, aan de onderpunt is een snoertje met twee grote kralen en een Cyprea erosa schelp bevestigd, overigens is de onderzijde met kralensnoertjes en franje van rood en wit katoen versierd.<BR> <BR> Dit kralen schort werd door mannen en vrouwen bij ceremoniële dansen gedragen. Waarschijnlijk werden de schorten oorspronkelijk van schelpschijfjes gemaakt maar door vroeg contact met Indonesische handelaren die Papua Nieuw- Guinea bezochten voor paradijsvogelveren en sandalhout kwam de lokale inheemse bevolking in aanraking met glazen kralen. De geometrische patronen in het kralenwerk zijn vermoedelijk geïnspireerd op geïmporteerde Aziatische stoffen.