Een sirihtas gemaakt van een dubbele laag diagonaal gevlochten pandanbladrepen. De binnenkant is gevlochten van brede repen. De bovenste helft van de buitenzijde is gevlochten van zeer fijne repen en de onderste helft van brede repen. Aan de binnenzijde is aan een kant een tweede tas gemaakt door het grovere vlechtwerk in het midden van de bovenrand niet vast te maken aan het fijnere vlechtwerk aan de buitenzijde. In deze tas een vierkante koker, die gevlochten is van fijne diagonaal gevlochten rotanrepen. De beide benedenhoeken van de buitentas zijn doorvlochten met roodbruine repen. Daarnaast is de tas versierd met stiksel van blauwe draden, waardoor aan de benedenhelft een dwarse kettingstreep en aan de bovenhelft vele dwarse, overlangse en zigzagreeksen van kleine ruitjes zijn gevormd. De opening van de tas is met zwart garen omzoomd. Als draagband dient een gedraaid vezelsnoer en reep boombast.