In het traditionele Micronesische weefwerk zijn bananen- en hibiscusvezels de voornaamste materialen. Met name de bananenvezels zijn sterk en fijn met een hoog draagcomfort. Traditionele kleuren zijn wit, zwart, geel, bruin en rood. Wit en bruin zijn de natuurlijke kleuren van het materiaal, de andere worden door verfstoffen verkregen. Wanneer de (geverfde) vezels klaar zijn voor gebruik wordt de schering gespannen. Op de meeste eilanden werden voor dit doel simpelweg enkele paaltjes in de grond geslagen maar op de eilanden Pohnpei en Kosrae was dit scheerraam in gebruik. Het spannen van de schering is makkelijker wanneer de paaltjes zich hoger van de grond bevinden. Door het scheerraam hield de schering een gelijkmatige lengte en dankzij het rooster was het ook mogelijk om heel precies de kleuren van de schering te bepalen. Op Kosrae was het gebruikelijk om de verschillend gekleurde vezels aan elkaar te knopen waardoor tijdens het weven ikat- achtige patronen ontstonden.