Hoed

Een ovale bolvormige vrouwenhoed, een "Salakot", gemaakt van diagonaal gevlochten bamboerepen. Op de hoed een lange gouden punt, die in een zilveren ovale plaat is vastgezet. Het plaatje is in reliëf versierd met bladranken. Boven de rand is een rij bladfiguren met daarboven een tweede rij, die door een tak worden omringd. Tussen deze figuren een rondgaande dubbele slingerlijn. Van zilver gemaakt. De binnenkant van de hoed is van bredere bruine en ongekleurde repen gemaakt. In de binnenkant is een driehoekige hoofdring gemaakt van a jour gevlochten repen. Aan de hoofdring een blauw katoenen koord dat door paren zilveren ringen geregen is. Aan het uiteinde een zilveren fluitje met een belletje.<BR> Dit type hoed was algemeen in de Filipijnse archipel en werd gedurende eeuwen gemaakt en gedragen. Zowel door mannen als door vrouwen. De hoed werd het symbool van de Filipijnse identiteit. Ze werden gemaakt van allerlei materialen zoals bamboe, rotan, palmblad, licht hout en kalebas. Een kinband hield de hoed op zijn plaats. Het werd ook het middel om de sociale status te tonen. Deze Salakots werden gemaakt van betere en kostbare materialen, zoals hoorn, schildpad en zeer fijn gevlochten materialen, zoals bij de getoonde Salakot, en versierd met edele metalen, goud en zilver. Soms werd de hoed versierd met vogelveren. Echter sociaal-politieke veranderingen na 1893 betekenden het einde van de Salakot als symbool van sociale status.<BR> <BR> <BR>

Hoed

Een ovale bolvormige vrouwenhoed, een "Salakot", gemaakt van diagonaal gevlochten bamboerepen. Op de hoed een lange gouden punt, die in een zilveren ovale plaat is vastgezet. Het plaatje is in reliëf versierd met bladranken. Boven de rand is een rij bladfiguren met daarboven een tweede rij, die door een tak worden omringd. Tussen deze figuren een rondgaande dubbele slingerlijn. Van zilver gemaakt. De binnenkant van de hoed is van bredere bruine en ongekleurde repen gemaakt. In de binnenkant is een driehoekige hoofdring gemaakt van a jour gevlochten repen. Aan de hoofdring een blauw katoenen koord dat door paren zilveren ringen geregen is. Aan het uiteinde een zilveren fluitje met een belletje.<BR> Dit type hoed was algemeen in de Filipijnse archipel en werd gedurende eeuwen gemaakt en gedragen. Zowel door mannen als door vrouwen. De hoed werd het symbool van de Filipijnse identiteit. Ze werden gemaakt van allerlei materialen zoals bamboe, rotan, palmblad, licht hout en kalebas. Een kinband hield de hoed op zijn plaats. Het werd ook het middel om de sociale status te tonen. Deze Salakots werden gemaakt van betere en kostbare materialen, zoals hoorn, schildpad en zeer fijn gevlochten materialen, zoals bij de getoonde Salakot, en versierd met edele metalen, goud en zilver. Soms werd de hoed versierd met vogelveren. Echter sociaal-politieke veranderingen na 1893 betekenden het einde van de Salakot als symbool van sociale status.<BR> <BR> <BR>