Draagmand

Draagmand. De mand heeft een vierkante bodem met een brede platte bamboereep als voet. De voorzijde is terrasvormig met over elkaar heengrijpende lagen van geklopte bamvoevezels bekleed en aan het boveneinde verlengd door een afzonderlijk stuk vlechtwerk met diep uitgestulpte bovenrand. Deze bovenrand is aan de buitenkant op gelijke wijze met bamboevezels bekleed. De draagbanden zijn dikke, koordvormige gevlochten rotanrepen, het dikst aan de bovenkant waar ze op de schouders rusten. Het verlengstuk en de bekleding aan de buitenkant zijn dienen als bescherming tegen de regen.

Draagmand

Draagmand. De mand heeft een vierkante bodem met een brede platte bamboereep als voet. De voorzijde is terrasvormig met over elkaar heengrijpende lagen van geklopte bamvoevezels bekleed en aan het boveneinde verlengd door een afzonderlijk stuk vlechtwerk met diep uitgestulpte bovenrand. Deze bovenrand is aan de buitenkant op gelijke wijze met bamboevezels bekleed. De draagbanden zijn dikke, koordvormige gevlochten rotanrepen, het dikst aan de bovenkant waar ze op de schouders rusten. Het verlengstuk en de bekleding aan de buitenkant zijn dienen als bescherming tegen de regen.