Model van draagwieg met pop

710-26<BR> Seneca model cradle; wood, silk, glass; l. 24 cm., w. 6.8-9.3 cm.; ca. 1880.<BR> Cradleboards attracted the interest of visitors to North America from the earliest days of contact, and miniature cradleboards appear in a number of eighteenth-century European collections. Miniatures were made as educational toys for Aboriginal girls by many tribes. However, small cradles were also produced for the emerging souvenir trade, and it is difficult to know if the example collected by Ten Kate was intended to be Native toy, a tourist souvenir, or made on commission for a specific customer (Hovens and Krosenbrink 1994:56; Phillips 1998:81-92; cf. FIA 1973:100, fig. 469).<BR> (Phillips and Hovens 2008-09)<BR> <BR> INDIAANSE POPPEN<BR> <BR> NORTHEAST (cornhusk dolls)<BR> Materialen: twijgjes, dennennaalden, bladeren, wortels van struiken, boombast en cornhusk (maïsblad). Overigens werden in andere delen van Amerika ook poppen van maïsblad gemaakt, maar die van de Irokezen uit het Noordoosten zijn het meest bekend (Lenz 1986: 34). Nadat blanken stof en kralen hadden geïntroduceerd, maakten vrouwen poppen hiervan voor hun dochters. Deze leerden naaien en beadwork (kralenwerk) doordat zij hun moeder hielpen met het maken van kleertjes en een met kralenwerk versierd cradleboard (wiegeplank) voor hun pop (ibid.1986:35).<BR> Cornhusk poppen hebben traditioneel geen gezichten. Hiervoor worden verschillende verklaringen gegeven: zonder gezicht wordt de fantasie van het kind beter ontwikkeld, als het kind de pop beschadigd zou de pop het kind niet kunnen straffen omdat de pop het kind niet kan herkennen, en volgens een populair Seneca verhaal is het beter om goede morele waarden te hebben dan een mooi gezicht (ibid.:35). Na een maïsziekte in de jaren dertig kwam een man op het idee poppen met lederen hoofdjes te maken. Deze verkochten goed en zo ontstond een nieuwe specialisatie (ibid.:81).<BR> TMS: 362-7, 710-26, 2012-10, 5715-2661, 5715-2662, 5715-2679, 5852-27.<BR> (PH, 2000)

Model van draagwieg met pop

710-26<BR> Seneca model cradle; wood, silk, glass; l. 24 cm., w. 6.8-9.3 cm.; ca. 1880.<BR> Cradleboards attracted the interest of visitors to North America from the earliest days of contact, and miniature cradleboards appear in a number of eighteenth-century European collections. Miniatures were made as educational toys for Aboriginal girls by many tribes. However, small cradles were also produced for the emerging souvenir trade, and it is difficult to know if the example collected by Ten Kate was intended to be Native toy, a tourist souvenir, or made on commission for a specific customer (Hovens and Krosenbrink 1994:56; Phillips 1998:81-92; cf. FIA 1973:100, fig. 469).<BR> (Phillips and Hovens 2008-09)<BR> <BR> INDIAANSE POPPEN<BR> <BR> NORTHEAST (cornhusk dolls)<BR> Materialen: twijgjes, dennennaalden, bladeren, wortels van struiken, boombast en cornhusk (maïsblad). Overigens werden in andere delen van Amerika ook poppen van maïsblad gemaakt, maar die van de Irokezen uit het Noordoosten zijn het meest bekend (Lenz 1986: 34). Nadat blanken stof en kralen hadden geïntroduceerd, maakten vrouwen poppen hiervan voor hun dochters. Deze leerden naaien en beadwork (kralenwerk) doordat zij hun moeder hielpen met het maken van kleertjes en een met kralenwerk versierd cradleboard (wiegeplank) voor hun pop (ibid.1986:35).<BR> Cornhusk poppen hebben traditioneel geen gezichten. Hiervoor worden verschillende verklaringen gegeven: zonder gezicht wordt de fantasie van het kind beter ontwikkeld, als het kind de pop beschadigd zou de pop het kind niet kunnen straffen omdat de pop het kind niet kan herkennen, en volgens een populair Seneca verhaal is het beter om goede morele waarden te hebben dan een mooi gezicht (ibid.:35). Na een maïsziekte in de jaren dertig kwam een man op het idee poppen met lederen hoofdjes te maken. Deze verkochten goed en zo ontstond een nieuwe specialisatie (ibid.:81).<BR> TMS: 362-7, 710-26, 2012-10, 5715-2661, 5715-2662, 5715-2679, 5852-27.<BR> (PH, 2000)