Babydrager

Een babydrager gemaakt van hout. De drager is halfcirkelvormig met aan de rondlopende kant een opstaande wand. De wand is gevlochten van diagonaal gevlochten Pandanbladrepen tussen drie stokken. De buitenkant is met rood flanel bekleed. De beide beneden helften tussen de stokken van de wand zijn versierd met veelkleurig kralenwerk van rode, gele, zwarte, groene, oranje, bruine en witte kralen met franjes. Het patroon bestaat uit geometrische vormen. <BR> Aan de zijkanten zijn draagbanden vastgemaakt aan de buitenste stokken en in gaten in de bodem van de drager. De banden zijn met rood flanel bekleed en versierd met veelkleurige kralensnoeren en koperen belletjes. Over de drager hangt een grote rode flanellen deken, die gevoerd is met ongebleekt katoen. De drager wordt door vrouwen op de rug gedragen. De gebruikte siermotieven, in dit geval aangebracht met kralen, hebben bij de Dayak in het algemeen een beschermende functie. <BR> Bij deze Kayan draagmand hoort het eerder genoemde kleed (RV-614-38b). Dit bijbehorende kleed geeft door de versiering aan dat deze mand toebehoorde aan iemand van de elite. Pantertanden die daar als versiering aanhangen waren namelijk een teken van kracht dat alleen bedoeld was voor hooggeplaatsten. <BR> De belletjes die aan de doek hangen maken tijdens het lopen geluid, dit moet kwade geesten die de baby's ziel willen stelen afschrikken. Ook zorgt het geluid voor het rustig maken van de baby (Munan, 2005, p. 50).<BR>

Babydrager

Een babydrager gemaakt van hout. De drager is halfcirkelvormig met aan de rondlopende kant een opstaande wand. De wand is gevlochten van diagonaal gevlochten Pandanbladrepen tussen drie stokken. De buitenkant is met rood flanel bekleed. De beide beneden helften tussen de stokken van de wand zijn versierd met veelkleurig kralenwerk van rode, gele, zwarte, groene, oranje, bruine en witte kralen met franjes. Het patroon bestaat uit geometrische vormen. <BR> Aan de zijkanten zijn draagbanden vastgemaakt aan de buitenste stokken en in gaten in de bodem van de drager. De banden zijn met rood flanel bekleed en versierd met veelkleurige kralensnoeren en koperen belletjes. Over de drager hangt een grote rode flanellen deken, die gevoerd is met ongebleekt katoen. De drager wordt door vrouwen op de rug gedragen. De gebruikte siermotieven, in dit geval aangebracht met kralen, hebben bij de Dayak in het algemeen een beschermende functie. <BR> Bij deze Kayan draagmand hoort het eerder genoemde kleed (RV-614-38b). Dit bijbehorende kleed geeft door de versiering aan dat deze mand toebehoorde aan iemand van de elite. Pantertanden die daar als versiering aanhangen waren namelijk een teken van kracht dat alleen bedoeld was voor hooggeplaatsten. <BR> De belletjes die aan de doek hangen maken tijdens het lopen geluid, dit moet kwade geesten die de baby's ziel willen stelen afschrikken. Ook zorgt het geluid voor het rustig maken van de baby (Munan, 2005, p. 50).<BR>