Pijl

Traditionele wapens in de Melanesische oorlogsvoering waren pijl en boog, speren en knotsen. Vooral pijl en boog werden gebruikt in de strijd, in tegenstelling tot Polynesië waar knotsen juist een belangrijkere rol speelden. Bogen werden gemaakt van hout, soms van bamboe en de boogpees gemaakt van getwijnde plantenvezels. De pees werd vóór gebruik sterk of licht gespannen, naar de voorkeur van de schutter. Pijlen werden gewoonlijk gemaakt van licht riet en de punt werd direct of door middel van een tussenstuk in de pijlschacht bevestigd. Er werden geen veren aan het uiteinde bevestigd om de pijl in balans te brengen. In de Solomon- eilanden hadden oorlogspijlen vaak weerhaken zodat de pijlen in het lichaam bleven steken en moeilijk te verwijderen waren. Dit soort wonden konden dodelijke infecties veroorzaken. Ook werden in deze archipel pijlpunten van menselijk bot vervaardigd. Het werd geloofd dat deze pijlen de kracht van de overledene met zich meedroegen. Aan het begin van de strijd werd een offer in de vorm van een geslacht varken gebracht. De speren en pijlen die in dit vuur waren gehouden werden "nano" genoemd en hadden speciale krachten. Zij konden de vijand doden zonder hem zelfs te verwonden. Aanvallen werden 's nachts uitgevoerd of men liet de tegenstander in een valstrik lopen. Op de Solomon-eilanden werden dorpen meestal 's nachts aangevallen om koppen te snellen. Hierbij was niet wraak maar ritueel het belangrijkste motief, gesnelde hoofden werden gebruikt in ceremonies, bijvoorbeeld de inwijding van een nieuwe oorlogskano of kanohuis. Hoewel deze aanvallen zeer gewelddadig konden zijn was ook in Melanesië oorlogsvoering aan bepaalde regels gebonden. Zo mochten in de Solomon- eilanden mensen in boten en mensen die in bomen klommen niet aangevallen worden. In Melanesië werden soms ook nepgevechten uitgevoerd als onderdeel van een vredesritueel waarbij beide partijen elkaar aanvielen terwijl zij ervoor zorgden dat er geen doden en gewonden vielen. Vaak werden deze nepgevechten ook opgevoerd om vriendschappen te bevestigen of om gasten in het dorp te verwelkomen. Mannen droegen eigenlijk altijd wapens met zich mee wanneer zij andere plaatsen bezochten, ook wanneer er geen oorlog gaande was. Wanneer zij bij toeval wild of een vijandige groep tegenkwamen waren pijl en boog of andere wapens handig om bij je te hebben.<BR> <BR> De groeiende Europese aanwezigheid in Melanesië veranderde de oorlogsvoering. Havens werden belangrijk om te veroveren om zo handelsnetwerken in handen te krijgen en de geïntroduceerde Europese vuurwapens maakten oorlogvoering veel dodelijker.

Pijl

Traditionele wapens in de Melanesische oorlogsvoering waren pijl en boog, speren en knotsen. Vooral pijl en boog werden gebruikt in de strijd, in tegenstelling tot Polynesië waar knotsen juist een belangrijkere rol speelden. Bogen werden gemaakt van hout, soms van bamboe en de boogpees gemaakt van getwijnde plantenvezels. De pees werd vóór gebruik sterk of licht gespannen, naar de voorkeur van de schutter. Pijlen werden gewoonlijk gemaakt van licht riet en de punt werd direct of door middel van een tussenstuk in de pijlschacht bevestigd. Er werden geen veren aan het uiteinde bevestigd om de pijl in balans te brengen. In de Solomon- eilanden hadden oorlogspijlen vaak weerhaken zodat de pijlen in het lichaam bleven steken en moeilijk te verwijderen waren. Dit soort wonden konden dodelijke infecties veroorzaken. Ook werden in deze archipel pijlpunten van menselijk bot vervaardigd. Het werd geloofd dat deze pijlen de kracht van de overledene met zich meedroegen. Aan het begin van de strijd werd een offer in de vorm van een geslacht varken gebracht. De speren en pijlen die in dit vuur waren gehouden werden "nano" genoemd en hadden speciale krachten. Zij konden de vijand doden zonder hem zelfs te verwonden. Aanvallen werden 's nachts uitgevoerd of men liet de tegenstander in een valstrik lopen. Op de Solomon-eilanden werden dorpen meestal 's nachts aangevallen om koppen te snellen. Hierbij was niet wraak maar ritueel het belangrijkste motief, gesnelde hoofden werden gebruikt in ceremonies, bijvoorbeeld de inwijding van een nieuwe oorlogskano of kanohuis. Hoewel deze aanvallen zeer gewelddadig konden zijn was ook in Melanesië oorlogsvoering aan bepaalde regels gebonden. Zo mochten in de Solomon- eilanden mensen in boten en mensen die in bomen klommen niet aangevallen worden. In Melanesië werden soms ook nepgevechten uitgevoerd als onderdeel van een vredesritueel waarbij beide partijen elkaar aanvielen terwijl zij ervoor zorgden dat er geen doden en gewonden vielen. Vaak werden deze nepgevechten ook opgevoerd om vriendschappen te bevestigen of om gasten in het dorp te verwelkomen. Mannen droegen eigenlijk altijd wapens met zich mee wanneer zij andere plaatsen bezochten, ook wanneer er geen oorlog gaande was. Wanneer zij bij toeval wild of een vijandige groep tegenkwamen waren pijl en boog of andere wapens handig om bij je te hebben.<BR> <BR> De groeiende Europese aanwezigheid in Melanesië veranderde de oorlogsvoering. Havens werden belangrijk om te veroveren om zo handelsnetwerken in handen te krijgen en de geïntroduceerde Europese vuurwapens maakten oorlogvoering veel dodelijker.