Mand; zonder deksel, van rotanrepen zigzagvormig gevlochten. Zwart gekleurd met uitzondering van drie rijen vierkanten. Aan de smalle zijden zijn er drie ringen van koperdraad, waardoor een draagband van rood katoen geregen is, die met witte, rode en zwarte kralen versierd is en uitloopt in bossen grijs en zwart bokkenhaar. <BR> <BR> Manderij, zowel als ambacht als een kunstvorm, bestaat in de Filippijnen al een hele tijd. Al sinds mensen "containers" nodig hadden om rijst, fruit, noten, knolgewassen of schelpdieren in te vervoeren. Je kon natuurlijk improviseren door de producten te rijgen aan een koord (wat nog steeds gedaan wordt in de rurale en achterland gebieden); maar voor het opbergen en transporteren van graan en andere kleine items heeft men of een zak of een fijn geweefde mand nodig.<BR> In een tropisch klimaat, waar het regelmatig regent, beschermd een mand zijn inhoud vaak niet tegen vocht. Filippinos daarentegen hebben geleerd om waterdichte manden te maken met harsachtige pasta.<BR> <BR>