Dit soort bijl werd gebruikt bij het "koppensnellen". Verschillende groepen in Noord Luzon, zoals de Ifugao, Kalinga en Bontoc, snelden koppen. De speer, het schild en de bijl waren hierbij onmisbaar. Bij de Bontoc staat de bijl bekend als "kaman", bij de Kalinga als "pinagas". De speer werd gebruikt om het slachtoffer te verwonden en neer te halen. De onderkant van schild, veelal gekenmerkt door twee prongen, werd gebruikt om het slachtoffer op de grond te houden door de twee prongen aan weerszijden van de nek te plaatsen. Met de bijl werd vervolgens het hoofd er afgehakt, de scherpe punt aan de achterkant van het blad werd gebruikt om het hoofd van de huid te ontdoen (Howard,2000:61)<BR> <BR> Howard, David<BR> 2000 The last Filipino Head Hunters. San Fransisco: The Last Gasp of San Fransisco.