Trofeeschedel

Een trofeeschedel, een gesnelde schedel van een mens. De schedel is geheel bekleed met bladtin. Een gedeelte van het gezicht, de oogholten en de neus, is echter bedekt met een boetseermiddel, waarschijnlijk klei. De neus met neusgaten is gesneden uit een stuk hout dat in de neusholte is vastgezet. De gesloten ogen worden weergegeven door Kaurischelpen. De wenkbrauwen bestaan uit boogvormige stukken bladtin. Het tin is op verschillende plaatsen weggesneden in de vorm van halvemaan-, cirkel- en spiraalvormige figuren. Deze figuren benadrukken het gezicht. Op het voorhoofd is een grote bloemfiguur te zien, die in de tinlaag is gegraveerd. De onderkaak is met rotanrepen aan de schedel vastgemaakt en bekleed met een boetseermiddel. De mondholte is opgevuld met houten plaatjes. De tanden en kiezen ontbreken. De snijtanden en de hoektanden van beide kaken zijn vervangen door houten plaatjes, die zichtbaar zijn in de enigszins openstaande mond. De boventanden zijn zwart gekleurd, de ondertanden zijn naturel. In de bovenkant van de schedel is een gat gemaakt waarin een snoer van blauwe, witte en gele kralen is vastgemaakt. De schedel is rood geverfd met verf (bloed?)voordat de tinnen laag er is opgebracht. De gebruikte verf is te zien op het achterhoofd dat niet is bekleed met bladtin. In de bovenkant van de schedel is een gat gemaakt waarin een ketting met witte ronde schelpen en blauwe, witte en gele kralen is vastgemaakt. Voordat het bladtin werd aangebracht was de schedel versierd met symmetrisch gegraveerde ornamenten. Het voorhoofd is versierd met een vierbladige Lotusbloem. De beide zijkanten laten gebogen lijnen zien en driebladige bloemfiguren naast de slapen. Deze figuren zijn dus geheel verschillend dan de ornamenten in het tin.<BR> De reden voor de dubbele decoratie is onbekend. Een reden kan zijn dat de schedel overging naar een andere groep, die de schedel op haar eigen unieke wijze versierde. Het is overigens een bekend fenomeen dat schedels van de ene groep naar de andere overgingen. Soms werden schedels aan een groep geschonken, die een schedel nodig hadden om een bepaald ritueel te kunnen uitvoeren. Een dergelijke schedel werd beschouwd als een nieuwe trofee en werd soms ook opnieuw versierd. <BR> Zie bv. 427-22 en 3600-3381.

Trofeeschedel

Een trofeeschedel, een gesnelde schedel van een mens. De schedel is geheel bekleed met bladtin. Een gedeelte van het gezicht, de oogholten en de neus, is echter bedekt met een boetseermiddel, waarschijnlijk klei. De neus met neusgaten is gesneden uit een stuk hout dat in de neusholte is vastgezet. De gesloten ogen worden weergegeven door Kaurischelpen. De wenkbrauwen bestaan uit boogvormige stukken bladtin. Het tin is op verschillende plaatsen weggesneden in de vorm van halvemaan-, cirkel- en spiraalvormige figuren. Deze figuren benadrukken het gezicht. Op het voorhoofd is een grote bloemfiguur te zien, die in de tinlaag is gegraveerd. De onderkaak is met rotanrepen aan de schedel vastgemaakt en bekleed met een boetseermiddel. De mondholte is opgevuld met houten plaatjes. De tanden en kiezen ontbreken. De snijtanden en de hoektanden van beide kaken zijn vervangen door houten plaatjes, die zichtbaar zijn in de enigszins openstaande mond. De boventanden zijn zwart gekleurd, de ondertanden zijn naturel. In de bovenkant van de schedel is een gat gemaakt waarin een snoer van blauwe, witte en gele kralen is vastgemaakt. De schedel is rood geverfd met verf (bloed?)voordat de tinnen laag er is opgebracht. De gebruikte verf is te zien op het achterhoofd dat niet is bekleed met bladtin. In de bovenkant van de schedel is een gat gemaakt waarin een ketting met witte ronde schelpen en blauwe, witte en gele kralen is vastgemaakt. Voordat het bladtin werd aangebracht was de schedel versierd met symmetrisch gegraveerde ornamenten. Het voorhoofd is versierd met een vierbladige Lotusbloem. De beide zijkanten laten gebogen lijnen zien en driebladige bloemfiguren naast de slapen. Deze figuren zijn dus geheel verschillend dan de ornamenten in het tin.<BR> De reden voor de dubbele decoratie is onbekend. Een reden kan zijn dat de schedel overging naar een andere groep, die de schedel op haar eigen unieke wijze versierde. Het is overigens een bekend fenomeen dat schedels van de ene groep naar de andere overgingen. Soms werden schedels aan een groep geschonken, die een schedel nodig hadden om een bepaald ritueel te kunnen uitvoeren. Een dergelijke schedel werd beschouwd als een nieuwe trofee en werd soms ook opnieuw versierd. <BR> Zie bv. 427-22 en 3600-3381.