Een tweetal sigarenkokers gemaakt van Guttapercha. De kokers zijn (waren) rond bekervormig met drie poten. De kokers staan op een rond voetstuk dat versierd is met een stervormig ornament. De buitenkant is op drie plaatsen versierd met het Nederlandse wapen in reliëf. Boven het wapen een visgraatvormige randversiering en langs de boven- en onderrand boogvormige lijnen. Bij de kokers een oversluitend deksel met een uitstekende rand en in het midden een ronde knop. De knop is versierd met een achtbladige bloem binnen een achthoek van schijfvormige kanten omgeven door een rand van visgraatvormig vlechtwerk.<BR> Zie 370-3478