Wampum belt

Wampum belt; Northeastern North America; 18th century<BR> Shell, leather; 116 x 8 cm.<BR> RMV 364-1; purchased from dealer Charles Jamrach, London, 1883<BR> <BR> “Wampum,” derived from an eastern Algonquian word meaning ‘white strings (of shell beads)’, has come to refer to white and purple tubular beads made in northeastern North America from a number of different marine shells. Fashioned into strings, belts, bracelets, collars, or caps, wampum was used for personal ornamentation, as expression of material or spiritual value, or as a mnemonic device in ceremonial and political contexts by Algonquian and Iroquoian peoples. With the availability of metal drills after European contact, cylindrical beads replaced the previously predominant discoidal beads, were adopted as currency by the colonists, and became an important item of trade in the interior of the continent.<BR> <BR> The Dutch observed the use of wampum as ornaments and for the compensation of murder in the first half of the seventeenth century in their colony of the New Netherlands. The Dutch referred to the beads as “zeewant” (after the indigenous designation of the loose beads). In the process of displacing the indigenous populations from the Atlantic coast, the Dutch and the English also became the main manufacturers of wampum beads, which were produced commercially for the western trade well into the nineteenth century.<BR> <BR> Items made of wampum first entered European collections in the seventeenth century, and it is likely that this was also the case in the Netherlands. In 1719, a wampum belt was illustrated as part of the cabinet of Levinus Vincent in Harlem and described as “money from shells” (pecunia ex conchylis), although such belts were not used as currency. The use of belts as mnemonic devices in intertribal and international politics found its most complex development among the Iroquois and entailed their exchange to remind both sides of claims, intentions, or agreements. Conventionalized designs woven into the belts were associated with specific meanings, which, however, were not unequivocal and had to be remembered by specialists entrusted with their safekeeping.<BR> <BR> As the colonial agreements came to be regarded as no longer significant and indigenous communities were either pressured to or voluntarily decided to adapt to the modes of the dominant societies, most traditional tribal wampum archives were broken up and sold to dealers and collectors in the late nineteenth century. Whatever information about their meaning may have still been remembered at that time was irretrievably lost. The belt now in Leiden obviously comes from such a source, but even if the archive were known, it would be difficult to establish whether the belt had been of local manufacture or received from others in negotiations. There are few recognizable stylistic differences in the belts of the various peoples of northeastern North America, but the size of the belt, the kind of beads used, and the use of leather bands in its construction suggest an eighteenth-century origin. Contemporary Iroquois tend to interpret designs consisting of diamonds or hexagons linked by a line as indicating alliances between towns or nations.<BR> <BR> Christian Feest<BR> <BR> <BR> Valued beads made from shell, called wampum, a gift of the underwater spirits, were used for rare circular gorgets and more common woven belts in diplomatic exchange. Because of their origin, and the symbolic messages the designs of differently colored beads conveyed, they were powerful gifts in the 17th and 18th century. (PH)<BR> <BR> WAMPUM. Wampum zijn witte en zwart-paarse cilindervormige kralen, gemaakt van schelpen (Orchard 1975:71).<BR> Betekenissen:<BR> 1. Waardemiddel. Geld, uitdrukking van status. Zes witte, of drie zwart-paarse, wampumkralen waren op een gegeven moment een penny waard, maar de waarde kon nogal fluctueren (Loskiel 1794, geciteerd door Orchard 1975:73).<BR> 2. Schrift. Op bepaalde manier op kleur gerangschikt aan een ketting had wampum een betekenis die een boodschap overbracht aan een andere stam (Orchard 1975:71).<BR> 3. Ruilmiddel op grote schaal. Nederlanders verbeterden de methode om wampum te maken, waarna Iroquois het in grote hoeveelheden gingen kopen (Beauchamp 1905, geciteerd door Orchard 1975:80). Door invloed van Europeanen werd wampum op grotere schaal gebruikt.<BR> 4. Verdragen. Bij verdragen werden wampumbelts gebruikt.<BR> 5. Versiering. Verder werd wampum gebruikt om gordels en sieraden zoals kettingen, oorhangers en armbanden van te maken (Orchard 1975:71).<BR> <BR> Het woord wampumpeague betekent 'een streng witte schelpkralen', en is afkomstig uit de taalfamilie van de Oostelijke Algonkin. Het werd sinds het begin van de 17e eeuw opgenomen in een pidgin of handelstaal die voornamelijk was ontleend aan de taal van de Munsee-Delaware Indianen. Later werd het woord wampum opgenomen in het Amerikaanse Engels (Hamell 1995:41-2).<BR> In het begin van de 17e eeuw had een wampumkraal een gemiddelde lengte van ruim zes millimeter en een doorsnee van ruim drie millimeter. Later, in de tweede helft van de 18e eeuw, waren de kralen langer en eenvoudiger van vorm geworden. De standaardisering van vorm heeft te maken met o.a. de verandering in de wijze waarop ze gemaakt werden, namelijk in het begin door de inheemse bevolking, later met metalen werktuigen en nog later door Engelsen en Nederlanders (ibid.:43).<BR> In verband met de oorspronkelijke naamsbetekenis is het interessant te weten dat kralen gelijkend op de witte wampumkralen al 4000 jaar door de bevolking van het Noordoosten van Amerika gebruikt zijn (ibid.:45). Archeologische opgravingen hebben echter nooit kralen van het donkere type gevonden die gemaakt zijn voor de komst van de Europeanen. De oudste gevonden donkere kralen zijn vervaardigd aan het einde van de 16e eeuw. Hamell stelt dat deze waarschijnlijk een imitatie zijn van de donkerblauwe glazen kralen die Europeanen meebrachten als ruilmiddel (ibid.:45-6). De kleurgelijkenis was belangrijker dan de substantie, wat blijkt uit het feit dat schelpenkralen ook wel vervangen werden door glazen of later plastic kralen (ibid.:47). Wit staat voor het gewone leven (de maatschappelijke zijnstoestand), donker paarsblauw voor het rituele leven (onmaatschappelijke zijnstoestand, zoals de rouw). Rood was de kleur voor oorlog (anti-maatschappelijke zijnstoestand) (ibid.:47-8), dus is het niet verwonderlijk dat die kleur niet in de gordels is verwerkt die dienden om verdragen te sluiten. Het belang van de met kralen ingeweven boodschap is af te lezen aan de grootte van de gordel (ibid.:48). Gordels konden, eventueel na geverfd te zijn, worden hergebruikt (ibid.).<BR> <BR> Francis Jr. bespreekt het gebruik van wampum en de verschillende betekenissen die het had: "De inheemse bewoners van het havengebied van New York en het zuiden van New England waren de producenten van deze zeer gewaardeerde kralenstrengen. Het gemak van het doorboren van schelpen met metalen boren uit Europa, in plaats van met stenen gereedschap, was een belangrijke oorzaak van de groei van de vervaardiging van en de handel in Wampum (Francis Jr. 1995:62)." In tegenstelling tot wat we uit Amerikaanse geschiedenisboeken leren, waren glazen kralen waarschijnlijk geen belangrijk, of helemaal geen onderdeel, van de koop waarmee Manhattan overging van Inheemse in Europese handen. Het is waarschijnlijker dat wampum een onderdeel was van de transactie, aangezien in de bewaard gebleven koopakte van Staten Island wampum genoemd wordt. Eveneens worden in deze akte elsijzers (een soort priemen) genoemd, waarmee wampum vervaardigd kon worden (ibid.).<BR> De Nederlanders zagen al snel de waarde van wampum in en veroverden een monopoliepositie. In het binnenland kon wampum worden geruild tegen huiden waar in Europa veel winst op te maken was. "De Nederlanders schatten deze schelpkraaltjes zozeer naar waarde, dat men een wampumstreng die een bever omkranst op het officiële zegel van Nieuw-Nederland afbeeldde (ibid.)" De eerste Euro-Indiaanse oorlog, de Pequotoorlog van 1637, ging voornamelijk om zeggenschap over de wampumhandel (ibid.:63). Volgens Hamell vormde wampum het belangrijkste ruilmiddel in de bonthandel van de 17e en 18e eeuw (Hamell 1995:41).<BR> Francis Jr. betwijfelt dat de Indianen de wampum die zij voor Staten Island ontvingen beschouwden als betaalmiddel. Dit idee kwam namelijk van de Europeanen, die wampum gebruikten bij gebrek aan muntgeld. "Het gebruik van wampum als bekrachtiging van verdragen en andere overeenkomsten was een Indiaans denkbeeld, hetgeen pas enige tijd later door de Europeanen werd onderkend (Francis Jr. 1995:63)." Sir William Johnson krijgt in het algemeen de eer degene te zijn geweest die deze Indiaanse (vooral Irokese) betekenis aan de Europeanen uitlegde. In een brief van 26 maart 1753 aan DeWitt Clinton, de gouverneur van New York, schreef hij:"(…) het is zonneklaar voor al degenen die ook maar enigszins bekend zijn met Indiaanse Zaken dat zij aan een Mededeling of Uitnodiging, hoe belangrijk ook, geen aandacht schenken als deze niet vergezeld gaat van of wordt bekrachtigd door een Streng of Riem van Wampum, welke zij beschouwen zoals wij onze Brieven, of beter gezegd Boeken beschouwen (geciteerd door Francis Jr. 1995:63)."<BR> <BR> Literatuur:<BR> Hamell, George R.<BR> 1995 Wampum. Goed is het te denken, wat wit is, helder, licht. In: 'One Man's Trash Is Another Man's Treasure'. De metamorfose van het Europese gebruiksvoorwerp in de Nieuwe Wereld. Alexandra van Dongen et al. Museum Boymans van Beuningen Rotterdam / Jamestown Settlement Museum, Williamsburg Virginia.<BR> Francis Jr., Peter<BR> 1995 De kralen waarmee het eiland Manhattan niet is betaald. In: 'One Man's Trash Is Another Man's Treasure'. De metamorfose van het Europese gebruiksvoorwerp in de Nieuwe Wereld. Alexandra van Dongen et al. Museum Boymans van Beuningen Rotterdam / Jamestown Settlement Museum, Williamsburg Virginia.<BR> Orchard, William C.<BR> 1975 Beads and Beadwork of the American Indians. Museum of the American Indian. Heye Foundation, New York.<BR>

Wampum belt

Wampum belt; Northeastern North America; 18th century<BR> Shell, leather; 116 x 8 cm.<BR> RMV 364-1; purchased from dealer Charles Jamrach, London, 1883<BR> <BR> “Wampum,” derived from an eastern Algonquian word meaning ‘white strings (of shell beads)’, has come to refer to white and purple tubular beads made in northeastern North America from a number of different marine shells. Fashioned into strings, belts, bracelets, collars, or caps, wampum was used for personal ornamentation, as expression of material or spiritual value, or as a mnemonic device in ceremonial and political contexts by Algonquian and Iroquoian peoples. With the availability of metal drills after European contact, cylindrical beads replaced the previously predominant discoidal beads, were adopted as currency by the colonists, and became an important item of trade in the interior of the continent.<BR> <BR> The Dutch observed the use of wampum as ornaments and for the compensation of murder in the first half of the seventeenth century in their colony of the New Netherlands. The Dutch referred to the beads as “zeewant” (after the indigenous designation of the loose beads). In the process of displacing the indigenous populations from the Atlantic coast, the Dutch and the English also became the main manufacturers of wampum beads, which were produced commercially for the western trade well into the nineteenth century.<BR> <BR> Items made of wampum first entered European collections in the seventeenth century, and it is likely that this was also the case in the Netherlands. In 1719, a wampum belt was illustrated as part of the cabinet of Levinus Vincent in Harlem and described as “money from shells” (pecunia ex conchylis), although such belts were not used as currency. The use of belts as mnemonic devices in intertribal and international politics found its most complex development among the Iroquois and entailed their exchange to remind both sides of claims, intentions, or agreements. Conventionalized designs woven into the belts were associated with specific meanings, which, however, were not unequivocal and had to be remembered by specialists entrusted with their safekeeping.<BR> <BR> As the colonial agreements came to be regarded as no longer significant and indigenous communities were either pressured to or voluntarily decided to adapt to the modes of the dominant societies, most traditional tribal wampum archives were broken up and sold to dealers and collectors in the late nineteenth century. Whatever information about their meaning may have still been remembered at that time was irretrievably lost. The belt now in Leiden obviously comes from such a source, but even if the archive were known, it would be difficult to establish whether the belt had been of local manufacture or received from others in negotiations. There are few recognizable stylistic differences in the belts of the various peoples of northeastern North America, but the size of the belt, the kind of beads used, and the use of leather bands in its construction suggest an eighteenth-century origin. Contemporary Iroquois tend to interpret designs consisting of diamonds or hexagons linked by a line as indicating alliances between towns or nations.<BR> <BR> Christian Feest<BR> <BR> <BR> Valued beads made from shell, called wampum, a gift of the underwater spirits, were used for rare circular gorgets and more common woven belts in diplomatic exchange. Because of their origin, and the symbolic messages the designs of differently colored beads conveyed, they were powerful gifts in the 17th and 18th century. (PH)<BR> <BR> WAMPUM. Wampum zijn witte en zwart-paarse cilindervormige kralen, gemaakt van schelpen (Orchard 1975:71).<BR> Betekenissen:<BR> 1. Waardemiddel. Geld, uitdrukking van status. Zes witte, of drie zwart-paarse, wampumkralen waren op een gegeven moment een penny waard, maar de waarde kon nogal fluctueren (Loskiel 1794, geciteerd door Orchard 1975:73).<BR> 2. Schrift. Op bepaalde manier op kleur gerangschikt aan een ketting had wampum een betekenis die een boodschap overbracht aan een andere stam (Orchard 1975:71).<BR> 3. Ruilmiddel op grote schaal. Nederlanders verbeterden de methode om wampum te maken, waarna Iroquois het in grote hoeveelheden gingen kopen (Beauchamp 1905, geciteerd door Orchard 1975:80). Door invloed van Europeanen werd wampum op grotere schaal gebruikt.<BR> 4. Verdragen. Bij verdragen werden wampumbelts gebruikt.<BR> 5. Versiering. Verder werd wampum gebruikt om gordels en sieraden zoals kettingen, oorhangers en armbanden van te maken (Orchard 1975:71).<BR> <BR> Het woord wampumpeague betekent 'een streng witte schelpkralen', en is afkomstig uit de taalfamilie van de Oostelijke Algonkin. Het werd sinds het begin van de 17e eeuw opgenomen in een pidgin of handelstaal die voornamelijk was ontleend aan de taal van de Munsee-Delaware Indianen. Later werd het woord wampum opgenomen in het Amerikaanse Engels (Hamell 1995:41-2).<BR> In het begin van de 17e eeuw had een wampumkraal een gemiddelde lengte van ruim zes millimeter en een doorsnee van ruim drie millimeter. Later, in de tweede helft van de 18e eeuw, waren de kralen langer en eenvoudiger van vorm geworden. De standaardisering van vorm heeft te maken met o.a. de verandering in de wijze waarop ze gemaakt werden, namelijk in het begin door de inheemse bevolking, later met metalen werktuigen en nog later door Engelsen en Nederlanders (ibid.:43).<BR> In verband met de oorspronkelijke naamsbetekenis is het interessant te weten dat kralen gelijkend op de witte wampumkralen al 4000 jaar door de bevolking van het Noordoosten van Amerika gebruikt zijn (ibid.:45). Archeologische opgravingen hebben echter nooit kralen van het donkere type gevonden die gemaakt zijn voor de komst van de Europeanen. De oudste gevonden donkere kralen zijn vervaardigd aan het einde van de 16e eeuw. Hamell stelt dat deze waarschijnlijk een imitatie zijn van de donkerblauwe glazen kralen die Europeanen meebrachten als ruilmiddel (ibid.:45-6). De kleurgelijkenis was belangrijker dan de substantie, wat blijkt uit het feit dat schelpenkralen ook wel vervangen werden door glazen of later plastic kralen (ibid.:47). Wit staat voor het gewone leven (de maatschappelijke zijnstoestand), donker paarsblauw voor het rituele leven (onmaatschappelijke zijnstoestand, zoals de rouw). Rood was de kleur voor oorlog (anti-maatschappelijke zijnstoestand) (ibid.:47-8), dus is het niet verwonderlijk dat die kleur niet in de gordels is verwerkt die dienden om verdragen te sluiten. Het belang van de met kralen ingeweven boodschap is af te lezen aan de grootte van de gordel (ibid.:48). Gordels konden, eventueel na geverfd te zijn, worden hergebruikt (ibid.).<BR> <BR> Francis Jr. bespreekt het gebruik van wampum en de verschillende betekenissen die het had: "De inheemse bewoners van het havengebied van New York en het zuiden van New England waren de producenten van deze zeer gewaardeerde kralenstrengen. Het gemak van het doorboren van schelpen met metalen boren uit Europa, in plaats van met stenen gereedschap, was een belangrijke oorzaak van de groei van de vervaardiging van en de handel in Wampum (Francis Jr. 1995:62)." In tegenstelling tot wat we uit Amerikaanse geschiedenisboeken leren, waren glazen kralen waarschijnlijk geen belangrijk, of helemaal geen onderdeel, van de koop waarmee Manhattan overging van Inheemse in Europese handen. Het is waarschijnlijker dat wampum een onderdeel was van de transactie, aangezien in de bewaard gebleven koopakte van Staten Island wampum genoemd wordt. Eveneens worden in deze akte elsijzers (een soort priemen) genoemd, waarmee wampum vervaardigd kon worden (ibid.).<BR> De Nederlanders zagen al snel de waarde van wampum in en veroverden een monopoliepositie. In het binnenland kon wampum worden geruild tegen huiden waar in Europa veel winst op te maken was. "De Nederlanders schatten deze schelpkraaltjes zozeer naar waarde, dat men een wampumstreng die een bever omkranst op het officiële zegel van Nieuw-Nederland afbeeldde (ibid.)" De eerste Euro-Indiaanse oorlog, de Pequotoorlog van 1637, ging voornamelijk om zeggenschap over de wampumhandel (ibid.:63). Volgens Hamell vormde wampum het belangrijkste ruilmiddel in de bonthandel van de 17e en 18e eeuw (Hamell 1995:41).<BR> Francis Jr. betwijfelt dat de Indianen de wampum die zij voor Staten Island ontvingen beschouwden als betaalmiddel. Dit idee kwam namelijk van de Europeanen, die wampum gebruikten bij gebrek aan muntgeld. "Het gebruik van wampum als bekrachtiging van verdragen en andere overeenkomsten was een Indiaans denkbeeld, hetgeen pas enige tijd later door de Europeanen werd onderkend (Francis Jr. 1995:63)." Sir William Johnson krijgt in het algemeen de eer degene te zijn geweest die deze Indiaanse (vooral Irokese) betekenis aan de Europeanen uitlegde. In een brief van 26 maart 1753 aan DeWitt Clinton, de gouverneur van New York, schreef hij:"(…) het is zonneklaar voor al degenen die ook maar enigszins bekend zijn met Indiaanse Zaken dat zij aan een Mededeling of Uitnodiging, hoe belangrijk ook, geen aandacht schenken als deze niet vergezeld gaat van of wordt bekrachtigd door een Streng of Riem van Wampum, welke zij beschouwen zoals wij onze Brieven, of beter gezegd Boeken beschouwen (geciteerd door Francis Jr. 1995:63)."<BR> <BR> Literatuur:<BR> Hamell, George R.<BR> 1995 Wampum. Goed is het te denken, wat wit is, helder, licht. In: 'One Man's Trash Is Another Man's Treasure'. De metamorfose van het Europese gebruiksvoorwerp in de Nieuwe Wereld. Alexandra van Dongen et al. Museum Boymans van Beuningen Rotterdam / Jamestown Settlement Museum, Williamsburg Virginia.<BR> Francis Jr., Peter<BR> 1995 De kralen waarmee het eiland Manhattan niet is betaald. In: 'One Man's Trash Is Another Man's Treasure'. De metamorfose van het Europese gebruiksvoorwerp in de Nieuwe Wereld. Alexandra van Dongen et al. Museum Boymans van Beuningen Rotterdam / Jamestown Settlement Museum, Williamsburg Virginia.<BR> Orchard, William C.<BR> 1975 Beads and Beadwork of the American Indians. Museum of the American Indian. Heye Foundation, New York.<BR>