Danshoofdtooi

362-199<BR> Tablita headdress from San Juan Pueblo; cottonwood, pigments, hide, metal; w. 19.9 cm., h. 20 cm.; ca. 1880.<BR> The only remaining specimen of the trio collected by Ten Kate from the San Juan Pueblo dancers performing in Santa Fe is painted green on both sides, and red on the stepped edges. Some repairs have been made with metal wire. The straightforward design and execution, lacking decorative painting, is typical of the simple type of tablitas from the Rio Grande Pueblos. They are much rarer in museum collections because they were not collected as intensively as the elaborate dance headgear of the Zunis and Hopis, but also because ceremonial life of the New Mexican Pueblos was more secretive than further west, thus limiting access to such ritual artifacts (Wright 1976a).<BR> 362-199, 200, 201<BR> San Juan Pueblo tablita headdresses; cottonwood, hide, metal, pigment; RMV 362-199: h. 20 cm., w. 20 cm.; ca. 1880; specimens 362-200 and 362-201 have not survived.<BR> Tablitas are usually carved from a flat panel of cottonwood, and fastened on the head by means of hide straps. The inverted stepped carving of the wooden panels symbolizes rain clouds, and the dances were aimed at producing rain to enable fertility. This type of women's head ornament was especially manifest during Corn Dances, also referred to as Tablita Dances. Generally, the Rio Grande Pueblo tablitas where somewhat simpler and less elaborate than those of the Zunis, while those of the Hopis show the most elaborate construction, carving, painting and decoration. However, according to Hopi tradition, the tablita headdress was introduced among them by people from the Rio Grande who settled among them. They taught them the Butterfly Dance in which such head ornaments figure prominently and have reached the highest level of decorative complexity. The common name for this ceremonial headdress tablita, alt. tableta, is derived from the Spanish and means "small wooden panel." However, the various Pueblo villages have different and complex names for such ritual accessories (Roediger 1941:157-158; Lange 1957; 1979a:384; Brown 1967:n.p.; Wright 1976a; 1979:38-39). The Leiden specimen is painted green on the front and back; the stepped cloud symbol is accentuated in red on both sides, while the inside is stained black.<BR> (Hovens 2008-09)<BR> <BR> <BR> Kachinas zijn bovennatuurlijke wezens, geesten maar geen goden, die ieder een of meer-dere specifieke kenmerken bezit-ten. Deze komen tot uiting in vormen, kleuren en symbolen zoals lichaamsbeschildering, geweven en geborduurde kleding, voorwer-pen die zij bij zich dragen (dansstokken, dansplanken), geluiden die zij maken, de vorm van het hoofd of delen daarvan, e.d. Zij bren-gen regen en zonneschijn, helpen mensen persoonlijk, straffen overtreders en verbinden de mensen met de goden door als boodschappers tussen twee werel-den op te treden. De kachinas worden tijdens ceremonies gere-presenteerd door gemaskerde dansers die tijdens het ritueel door de geest die zij uitbeel-den in bezit worden genomen. De letterlijke betekenis van kachina is "levensvader" of "geest vader". De kachina cultus, bestaande uit een reeks gemaskerde dansen in het eerste halfjaar, is de belangrijkste in de ceremoniële jaarkalender van de Hopis. Tot de opmerkelijkste kachina-figuren horen de verschillende clowns zoals de bruine modderhoofden (mudheads) en de zwart-wit gestreepte potsenmakers. Zij tonen hoe mensen zich juist niet moeten gedragen, vermaken het publiek tussen de verschillende dansen, assisteren de dansers en zien erop toe dat de toeschouwers zich respectvol gedragen.<BR> <BR> De poppen die kachinas voorstellen worden door mannen gemaakt, zijn 25-30 centimeter lang. De poppen worden samen met andere geschenken tijdens de pauzes van de kachina dansen aan de kinderen uitgedeeld, vooral aan meisjes die niet in religieuze genootschappen worden geïnitieerd. De poppen worden thuis aan een touw aan het plafond of de muur gehangen. Door de verhalen van hun ouders en familie over de kachinas worden kinderen geleidelijk ingewijd in hun betekenis voor de stam. De poppen worden door de Hopis "tihü" of "kachintihü" genoemd, hetgeen "pop" of "figuur" betekent.<BR> <BR> Waarschijnlijk werden kachina poppen voor het eerst in de achttiende eeuw vervaardigd. Zij kunnen zijn ontwikkeld uit de zogenaamde "pahos", kleine houten gebedsstokjes die met veren en maisblad zijn versierd, vaak beschilderd zijn en waarin soms ook de vorm van een gezicht is gesneden. De oudste vormen van kachina poppen zijn eenvoudig van vorm en uitvoering. Zij zijn meestal plat en vertonen weinig detail behalve het hoofd en het masker. Later werden de poppen rond. Pas vanaf het midden van de negentiende eeuw werden de poppen verzameld door blanken.<BR> <BR> Door het interesse van blanken in dergelijke poppen en het seculiere karakter ervan voor de Indianen, nam de productie ervan geleidelijk aan toe. Het opkomend toerisme droeg aan die ontwikkeling bij en leidde tot het maken van eenvoudige houten poppen en miniatuur kachinas. Het lichaam van de kachina poppen was aanvankelijk meestal statisch uitgebeeld maar vormen en beschildering werden in de loop der tijd steeds meer naturalistisch. Poppen die beweging uitbeeldden, de zogenaamde "action dolls", brachten ook meer geld op. Behalve beweging kreeg ook de detaillering steeds meer aan-dacht, zowel wat betreft houtsnijwerk en beschildering, als het toevoegen van accessoires. Recentelijk gingen enkele houtsnijders weer over tot het maken van kachina poppen in traditi-onele stijl, zoals Manfred Susunkewa. Verzame-laars en musea stimu-leerden het vervaardi-gen van hoogwaardige artistieke poppen die door een beperkt aantal kunstenaars worden ge-maakt. Zij signe-ren hun werk en verkopen dit vaak via de reguliere kunsthandel en museumwinkels. Tot de prominente verzamelaars van kachina-pop-pen behoren senator Barry Goldwater en acteur John Wayne.<BR> <BR> "Tablita", houten hoofdversiering van danser, gebruikt tijdens kachina-ceremonies. De hoofdtooi symboliseert regenwolken, voorgesteld door de getrapte vorm.

Danshoofdtooi

362-199<BR> Tablita headdress from San Juan Pueblo; cottonwood, pigments, hide, metal; w. 19.9 cm., h. 20 cm.; ca. 1880.<BR> The only remaining specimen of the trio collected by Ten Kate from the San Juan Pueblo dancers performing in Santa Fe is painted green on both sides, and red on the stepped edges. Some repairs have been made with metal wire. The straightforward design and execution, lacking decorative painting, is typical of the simple type of tablitas from the Rio Grande Pueblos. They are much rarer in museum collections because they were not collected as intensively as the elaborate dance headgear of the Zunis and Hopis, but also because ceremonial life of the New Mexican Pueblos was more secretive than further west, thus limiting access to such ritual artifacts (Wright 1976a).<BR> 362-199, 200, 201<BR> San Juan Pueblo tablita headdresses; cottonwood, hide, metal, pigment; RMV 362-199: h. 20 cm., w. 20 cm.; ca. 1880; specimens 362-200 and 362-201 have not survived.<BR> Tablitas are usually carved from a flat panel of cottonwood, and fastened on the head by means of hide straps. The inverted stepped carving of the wooden panels symbolizes rain clouds, and the dances were aimed at producing rain to enable fertility. This type of women's head ornament was especially manifest during Corn Dances, also referred to as Tablita Dances. Generally, the Rio Grande Pueblo tablitas where somewhat simpler and less elaborate than those of the Zunis, while those of the Hopis show the most elaborate construction, carving, painting and decoration. However, according to Hopi tradition, the tablita headdress was introduced among them by people from the Rio Grande who settled among them. They taught them the Butterfly Dance in which such head ornaments figure prominently and have reached the highest level of decorative complexity. The common name for this ceremonial headdress tablita, alt. tableta, is derived from the Spanish and means "small wooden panel." However, the various Pueblo villages have different and complex names for such ritual accessories (Roediger 1941:157-158; Lange 1957; 1979a:384; Brown 1967:n.p.; Wright 1976a; 1979:38-39). The Leiden specimen is painted green on the front and back; the stepped cloud symbol is accentuated in red on both sides, while the inside is stained black.<BR> (Hovens 2008-09)<BR> <BR> <BR> Kachinas zijn bovennatuurlijke wezens, geesten maar geen goden, die ieder een of meer-dere specifieke kenmerken bezit-ten. Deze komen tot uiting in vormen, kleuren en symbolen zoals lichaamsbeschildering, geweven en geborduurde kleding, voorwer-pen die zij bij zich dragen (dansstokken, dansplanken), geluiden die zij maken, de vorm van het hoofd of delen daarvan, e.d. Zij bren-gen regen en zonneschijn, helpen mensen persoonlijk, straffen overtreders en verbinden de mensen met de goden door als boodschappers tussen twee werel-den op te treden. De kachinas worden tijdens ceremonies gere-presenteerd door gemaskerde dansers die tijdens het ritueel door de geest die zij uitbeel-den in bezit worden genomen. De letterlijke betekenis van kachina is "levensvader" of "geest vader". De kachina cultus, bestaande uit een reeks gemaskerde dansen in het eerste halfjaar, is de belangrijkste in de ceremoniële jaarkalender van de Hopis. Tot de opmerkelijkste kachina-figuren horen de verschillende clowns zoals de bruine modderhoofden (mudheads) en de zwart-wit gestreepte potsenmakers. Zij tonen hoe mensen zich juist niet moeten gedragen, vermaken het publiek tussen de verschillende dansen, assisteren de dansers en zien erop toe dat de toeschouwers zich respectvol gedragen.<BR> <BR> De poppen die kachinas voorstellen worden door mannen gemaakt, zijn 25-30 centimeter lang. De poppen worden samen met andere geschenken tijdens de pauzes van de kachina dansen aan de kinderen uitgedeeld, vooral aan meisjes die niet in religieuze genootschappen worden geïnitieerd. De poppen worden thuis aan een touw aan het plafond of de muur gehangen. Door de verhalen van hun ouders en familie over de kachinas worden kinderen geleidelijk ingewijd in hun betekenis voor de stam. De poppen worden door de Hopis "tihü" of "kachintihü" genoemd, hetgeen "pop" of "figuur" betekent.<BR> <BR> Waarschijnlijk werden kachina poppen voor het eerst in de achttiende eeuw vervaardigd. Zij kunnen zijn ontwikkeld uit de zogenaamde "pahos", kleine houten gebedsstokjes die met veren en maisblad zijn versierd, vaak beschilderd zijn en waarin soms ook de vorm van een gezicht is gesneden. De oudste vormen van kachina poppen zijn eenvoudig van vorm en uitvoering. Zij zijn meestal plat en vertonen weinig detail behalve het hoofd en het masker. Later werden de poppen rond. Pas vanaf het midden van de negentiende eeuw werden de poppen verzameld door blanken.<BR> <BR> Door het interesse van blanken in dergelijke poppen en het seculiere karakter ervan voor de Indianen, nam de productie ervan geleidelijk aan toe. Het opkomend toerisme droeg aan die ontwikkeling bij en leidde tot het maken van eenvoudige houten poppen en miniatuur kachinas. Het lichaam van de kachina poppen was aanvankelijk meestal statisch uitgebeeld maar vormen en beschildering werden in de loop der tijd steeds meer naturalistisch. Poppen die beweging uitbeeldden, de zogenaamde "action dolls", brachten ook meer geld op. Behalve beweging kreeg ook de detaillering steeds meer aan-dacht, zowel wat betreft houtsnijwerk en beschildering, als het toevoegen van accessoires. Recentelijk gingen enkele houtsnijders weer over tot het maken van kachina poppen in traditi-onele stijl, zoals Manfred Susunkewa. Verzame-laars en musea stimu-leerden het vervaardi-gen van hoogwaardige artistieke poppen die door een beperkt aantal kunstenaars worden ge-maakt. Zij signe-ren hun werk en verkopen dit vaak via de reguliere kunsthandel en museumwinkels. Tot de prominente verzamelaars van kachina-pop-pen behoren senator Barry Goldwater en acteur John Wayne.<BR> <BR> "Tablita", houten hoofdversiering van danser, gebruikt tijdens kachina-ceremonies. De hoofdtooi symboliseert regenwolken, voorgesteld door de getrapte vorm.