Stenen bijl van de prehistorisch Hohokam, een Indiaans volk in het zuiden van Arizona, gevestigd langs de Salt en Gila Rivers in de Mojave woestijn. De Hohokam voorzagen in hun onderhoud door middel van landbouw. Dat was in de woestijn mogelijk door de aanleg van kilometerslange irrigatiekanalen vanuit de twee grote rivieren naar de velden waarop maïs, bonen en pompoenen werden verbouwd. De stenen bijlen werden gebruikt om bomen om te hakken en het hout te bewerken. Daarvoor werden harde steensoorten gebruikt die in een langdurig proces in de gewenste vorm werden geschuurd. In het midden werd een groef uitgeschuurd. Met een strook nat leer werd daaraan een houten steel bevestigd. Wanneer het leer droogde en kromp, zat de hamerkop als aan de steel gegoten. Omdat het maken van de stenen bijlen erg veel tijd kostte, waren deze een kostbaar bezit en werden zij gebruikt totdat ze braken of helemaal versleten waren.