Mandau

Een zwaard gemaakt van gesmeed ijzer. Het lemmet loopt richting het uiteinde breed uit in een punt. De snede is licht bolvormig. Het uiteinde van het lemmet is met zes groepen insnijdingen versierd. De greep is van been gesneden in de vorm van een gestileerd hoofd met een naar opzij buigend uitsteeksel. Het uiteinde is met bosjes rood en wit geitenhaar versierd. De steelring is van hars, het rechte gedeelte van de greep omwikkeld met visgraatvormig gevlochten messingdraad. De schede is van twee platen bruin hout gesneden en aan de voorkant met snijwerk versierd, krullen, driehoeken en getande halve cirkels. De voorkant van de opening is diep uitgesneden met een en profiel gesneden tong. De schede heeft op drie plaatsen spiraalvormig gevlochten rode en bruine rotanbanden, die met touw aan elkaar zijn vastgemaakt. Aan de achterkant een schede van boombast met een puntig mesje met een lange greep van zwart hout. Het uiteinde is versierd met rondgaande groeven. Aan de schede een platte draagband van rotanrepen gevlochten. Aan een korte lus hangt, aan een reep katoen, een rond hardhouten schijfje dat uitgesneden is met vier spaken en een rond gat in het midden.

Mandau

Een zwaard gemaakt van gesmeed ijzer. Het lemmet loopt richting het uiteinde breed uit in een punt. De snede is licht bolvormig. Het uiteinde van het lemmet is met zes groepen insnijdingen versierd. De greep is van been gesneden in de vorm van een gestileerd hoofd met een naar opzij buigend uitsteeksel. Het uiteinde is met bosjes rood en wit geitenhaar versierd. De steelring is van hars, het rechte gedeelte van de greep omwikkeld met visgraatvormig gevlochten messingdraad. De schede is van twee platen bruin hout gesneden en aan de voorkant met snijwerk versierd, krullen, driehoeken en getande halve cirkels. De voorkant van de opening is diep uitgesneden met een en profiel gesneden tong. De schede heeft op drie plaatsen spiraalvormig gevlochten rode en bruine rotanbanden, die met touw aan elkaar zijn vastgemaakt. Aan de achterkant een schede van boombast met een puntig mesje met een lange greep van zwart hout. Het uiteinde is versierd met rondgaande groeven. Aan de schede een platte draagband van rotanrepen gevlochten. Aan een korte lus hangt, aan een reep katoen, een rond hardhouten schijfje dat uitgesneden is met vier spaken en een rond gat in het midden.