Een krijgsjas gemaakt van gevlochten vezeltouw. De jas bestaat uit verschillende delen, het lange achterpand met een punt in de nek dat doorloopt in korte schouder stukken en het kortere voorpand met een rechte opening in het midden. Het voorpand is aan beide kanten versierd met zes zwarte ineengedraaide spiralen. Aan de onderkant zwarte strepen. Op de beide schouders zijn kromme lijnen met vele dwarsstrepen te zien. De beide zijpanden zijn versierd met grote zwarte wielvormige figuren en vele korte streepjes in het zwart. Daarnaast kleine cirkelfiguren. De schouderstukken eindigen in kralensnoertjes met witte en gele kralen en kokertjes. Aan de achterkant zijn kleine veren vastgemaakt. Een aantal lengteranden van de jas zijn omboord met rode katoen.