Diorama: 'Caraïbenkamp'

Dit diorama behoort tot de fraaiste kijkkasten van de hand van Gerrit Schouten (1779-1839) die bekend staat als Surinames eerste Creoolse schilder en vermoedelijk eerste kleurling die naam maakte als beeldend kunstenaar. Het werd samen met diorama RMV 360-5139d in 1826 besteld door de directeur van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden in Den Haag. Tussenpersoon was mr F. Lammens die een uitvoerige beschrijving van beide diorama's heeft nagelaten: "Uitleggende beschrijving der twee stukjes voorstellende de huyselijke bedrijven der Caraiben en Arrowaka's Indianen door den Heer Gerrit Schouten vervaardigt." Het diorama bestaat uit een houten kast met schuin oplopende bodem terwijl de bovenzijde juist in tegenovergestelde richting beweegt. Hierdoor wordt de blik van de beschouwer als het ware in de kast gezogen. Achterplaat en dekplaat lopen vloeiend in elkaar over en zijn beschilderd met een wolkenlucht en bomen. Op de bodemplaat ontvouwt zich een bont schouwspel dat een uiterst levendig beeld geeft van een aan een rivier gelegen Caraïbenkamp.<BR> <BR> Caraïbenkamp<BR> <BR> In de linker woning zijn de vrouwen bezig met het bereiden van cassave. Eén vrouw is bezig cassave te raspen dat daarna in een cassavepers (matapi) wordt gedaan om het giftige blauwzuur eruit te persen. De vrouw uiterst links heeft zo'n pers in haar handen. Een andere vrouw strooit cassavemeel uit boven een platte bakplaat. Zo wordt het meel tot platte broden gebakken, een belangrijk onderdeel van het dagelijkse menu. De vrouwen dragen een doek die zij tussen hun benen heen halen en in hun middel met een gordel vastknopen. Dit in tegenstelling tot de Arowakse vrouwen die een kralen schaamschort dragen. In de woning is ook een afgesloten ruimte; die wordt gebruikt voor zieken. Er is een hangmat te zien en er staat een saka sake, een schudinstrument van kalebas waarmee de sjamaan kwaad kan verdrijven. <BR> De man die voor de rechter woning zit, heeft zijn huid rood geschilderd met kusuwe (Bixa orellana L.) en draagt een tooi van veertjes van papegaaien. Met kusuwe wordt ook kleding geverfd en aardewerk versierd.<BR> <BR> De Creoolse schilder Gerrit Carel Francois Schouten (1779-1839) heeft dit diorama gemaakt. Alle figuren, zowel mensen, dieren als voorwerpen zijn hol en aan de achterzijde open. Om het juiste perspectief te krijgen, moet de kijker iets onder het midden van het tafereel naar binnen kijken. Dit diorama is in 1826 besteld door de directeur van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden in Den Haag bij G. Schouten via mr. A.F. Lammens (president van het Hof van Justitie te Suriname). Lammens voorzag het diorama van een uitgebreide beschrijving voordat hij het naar het KKZ stuurde. Het diorama is gesigneerd: G. Schouten fecit 1827 te Suriname. <BR> <BR>

Diorama: 'Caraïbenkamp'

Dit diorama behoort tot de fraaiste kijkkasten van de hand van Gerrit Schouten (1779-1839) die bekend staat als Surinames eerste Creoolse schilder en vermoedelijk eerste kleurling die naam maakte als beeldend kunstenaar. Het werd samen met diorama RMV 360-5139d in 1826 besteld door de directeur van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden in Den Haag. Tussenpersoon was mr F. Lammens die een uitvoerige beschrijving van beide diorama's heeft nagelaten: "Uitleggende beschrijving der twee stukjes voorstellende de huyselijke bedrijven der Caraiben en Arrowaka's Indianen door den Heer Gerrit Schouten vervaardigt." Het diorama bestaat uit een houten kast met schuin oplopende bodem terwijl de bovenzijde juist in tegenovergestelde richting beweegt. Hierdoor wordt de blik van de beschouwer als het ware in de kast gezogen. Achterplaat en dekplaat lopen vloeiend in elkaar over en zijn beschilderd met een wolkenlucht en bomen. Op de bodemplaat ontvouwt zich een bont schouwspel dat een uiterst levendig beeld geeft van een aan een rivier gelegen Caraïbenkamp.<BR> <BR> Caraïbenkamp<BR> <BR> In de linker woning zijn de vrouwen bezig met het bereiden van cassave. Eén vrouw is bezig cassave te raspen dat daarna in een cassavepers (matapi) wordt gedaan om het giftige blauwzuur eruit te persen. De vrouw uiterst links heeft zo'n pers in haar handen. Een andere vrouw strooit cassavemeel uit boven een platte bakplaat. Zo wordt het meel tot platte broden gebakken, een belangrijk onderdeel van het dagelijkse menu. De vrouwen dragen een doek die zij tussen hun benen heen halen en in hun middel met een gordel vastknopen. Dit in tegenstelling tot de Arowakse vrouwen die een kralen schaamschort dragen. In de woning is ook een afgesloten ruimte; die wordt gebruikt voor zieken. Er is een hangmat te zien en er staat een saka sake, een schudinstrument van kalebas waarmee de sjamaan kwaad kan verdrijven. <BR> De man die voor de rechter woning zit, heeft zijn huid rood geschilderd met kusuwe (Bixa orellana L.) en draagt een tooi van veertjes van papegaaien. Met kusuwe wordt ook kleding geverfd en aardewerk versierd.<BR> <BR> De Creoolse schilder Gerrit Carel Francois Schouten (1779-1839) heeft dit diorama gemaakt. Alle figuren, zowel mensen, dieren als voorwerpen zijn hol en aan de achterzijde open. Om het juiste perspectief te krijgen, moet de kijker iets onder het midden van het tafereel naar binnen kijken. Dit diorama is in 1826 besteld door de directeur van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden in Den Haag bij G. Schouten via mr. A.F. Lammens (president van het Hof van Justitie te Suriname). Lammens voorzag het diorama van een uitgebreide beschrijving voordat hij het naar het KKZ stuurde. Het diorama is gesigneerd: G. Schouten fecit 1827 te Suriname. <BR> <BR>