Axe

Mogol strijdbijl met restant van een damascenering in goud op de bijl. Het heft van hardhout, gedeeltelijk omwikkeld met bronsbeslag voorzien van spiraalvormige gravering.<BR> <BR> Damasceneren is een edelsmeed techniek die stamt uit het oude Damascus en die India heeft bereikt via de handelsroutes die liepen vanuit Iran en Afghanistan. Het is een inlegtechniek van een zachter metaal (goud, zilver en soms koper) in een harder metaal (gesmeed ijzer, staal of brons). Bij het damasceren worden er al naar gelang het ontwerp in het hardere metaal zwaluwstaart-achtige groeven aangebracht waarin vervolgens het zachtere metaal in draadvorm wordt ingebracht. Bij dit procedé wordt het metaaldraad in één zijde van de groef bevestigd waarna de edelsmid de draad in patroon van de groef hamert. Het oppervlak wordt hierna verhit waardoor het gehamerde metaal zich verder aan het oppervlak hecht. Het is de combinatie van het type groef, het hameren en de verhitting waardoor de hechting optimaal is en het een geheel een sterke eenheid wordt. Hierna kan men kiezen voor twee afwerkingen. De ene is de nishan waarbij na verhitting het oppervlak wordt gepolijst, de tweede is de zar nishan of zar buland, waarbij het men het gehamerde zachtere metaal boven het oppervlak laat uitsteken. Het ontwerp blijft hierdoor in reliëf zichtbaar. De techniek van het damasceren heeft uiteindelijk ook zijn weg naar Europa gevonden waar het met name in Italië in de 16e eeuw op harnassen werdt toegepast.

Axe

Mogol strijdbijl met restant van een damascenering in goud op de bijl. Het heft van hardhout, gedeeltelijk omwikkeld met bronsbeslag voorzien van spiraalvormige gravering.<BR> <BR> Damasceneren is een edelsmeed techniek die stamt uit het oude Damascus en die India heeft bereikt via de handelsroutes die liepen vanuit Iran en Afghanistan. Het is een inlegtechniek van een zachter metaal (goud, zilver en soms koper) in een harder metaal (gesmeed ijzer, staal of brons). Bij het damasceren worden er al naar gelang het ontwerp in het hardere metaal zwaluwstaart-achtige groeven aangebracht waarin vervolgens het zachtere metaal in draadvorm wordt ingebracht. Bij dit procedé wordt het metaaldraad in één zijde van de groef bevestigd waarna de edelsmid de draad in patroon van de groef hamert. Het oppervlak wordt hierna verhit waardoor het gehamerde metaal zich verder aan het oppervlak hecht. Het is de combinatie van het type groef, het hameren en de verhitting waardoor de hechting optimaal is en het een geheel een sterke eenheid wordt. Hierna kan men kiezen voor twee afwerkingen. De ene is de nishan waarbij na verhitting het oppervlak wordt gepolijst, de tweede is de zar nishan of zar buland, waarbij het men het gehamerde zachtere metaal boven het oppervlak laat uitsteken. Het ontwerp blijft hierdoor in reliëf zichtbaar. De techniek van het damasceren heeft uiteindelijk ook zijn weg naar Europa gevonden waar het met name in Italië in de 16e eeuw op harnassen werdt toegepast.