Deze poncho bestaat uit een rendiervel waarin twee gaten voor de armen gemaakt zijn. Een poncho die bijna uitsluitend een huid is zonder verdere bewerkingen is als type kledingstuk vermoedelijk het oudste kledingstuk van jagende volken. Hieruit onwikkelde zich jassen met mouwen eraan genaaid, maar met een gesloten voorzijde, zoals ook bij een poncho het geval is.<BR> Hoewel de rendierhoudende Saami voornamelijk rendierbont gebruiken en weinig van andere dieren, levert het dier wel acht soorten bont. Deze worden bepaald door het geslacht van het dier, de leeftijd, het lichaamsdeel waarvan het bont benut wordt en de tijd waarin het dier is geslacht. <BR> Voor elk seizoen, elk soort werk en elke man, vrouw en kind is er wel een bepaald soort bontjas. Dieren die in de winter worden geslacht hebben de dikste en warmste vacht; geschikt voor een stevige winterjas. Zulke jassen zijn weliswaar warm maar erg stug en zwaar. Ze worden voornamelijk door mannen gebruikt op de slee. <BR> De meeste bontjassen worden van de huiden van rendierkalveren gemaakt. Het gaat daarbij overigens om kalfjes die kort na de geboorte gestorven zijn, of die door hun moeder zijn verlaten en ten dode zijn opgeschreven, en daarom zijn geslacht. De Saami doden zelden dieren uitsluitend vanwege de huiden. Er zijn drie tot zes huiden nodig voor een jas.