Beeld

Een polychroom beeld van een staande vrouw gemaakt van hout. Het haar wordt aan de zij- en achterkant met een vergulde band bijeen wordt gehouden. De huidskleur is licht. In het midden van de voorzijde een verguld sieraad met een robijn. De vrouw heef ronde vergulde oorhangers, met een robijn versierd. Boven de oren een halfbolvormig verguld sieraad en achter de oren een bloem, een "sekar tadji". De polsringen en de halsketting zijn ook met robijnen versierd. De gordel is rood, de sjerp, "bebed", wit met roze bloemen en lichtgroene bladeren. Achter in de gordel een kris met vergulde greep in de vorm van een “raksasa” en met een schede van hout. De afhangende linkerhand houdt een slip van de gordel vast, terwijl de rechter een doorboord rood bakje, om een kris in te zetten, tegen de linkerarm gedrukt houdt. Het voetstuk is vierkant, van boven zwart, de zijden rood, met veelkleurig en verguld snijwerk in reliëf in de vorm van gestileerde vogelfiguren, "garoeda moengkoer"-koppen, versierd. Waarschijnlijk de tegenhanger van no. 270-3.

Beeld

Een polychroom beeld van een staande vrouw gemaakt van hout. Het haar wordt aan de zij- en achterkant met een vergulde band bijeen wordt gehouden. De huidskleur is licht. In het midden van de voorzijde een verguld sieraad met een robijn. De vrouw heef ronde vergulde oorhangers, met een robijn versierd. Boven de oren een halfbolvormig verguld sieraad en achter de oren een bloem, een "sekar tadji". De polsringen en de halsketting zijn ook met robijnen versierd. De gordel is rood, de sjerp, "bebed", wit met roze bloemen en lichtgroene bladeren. Achter in de gordel een kris met vergulde greep in de vorm van een “raksasa” en met een schede van hout. De afhangende linkerhand houdt een slip van de gordel vast, terwijl de rechter een doorboord rood bakje, om een kris in te zetten, tegen de linkerarm gedrukt houdt. Het voetstuk is vierkant, van boven zwart, de zijden rood, met veelkleurig en verguld snijwerk in reliëf in de vorm van gestileerde vogelfiguren, "garoeda moengkoer"-koppen, versierd. Waarschijnlijk de tegenhanger van no. 270-3.