Speer

Melanesische speren kunnen in het algemeen in twee typen verdeeld worden; de lange speren die geworpen werden en de kortere om vast te houden en mee te stoten. Speren konden één of meerdere punten hebben, uit verschillende onderdelen bestaan of weerhaken hebben. Sommige volkeren waren meer bedreven in het nauwkeurig werpen van speren dan anderen. Krijgers ontweken neerdalende speren door behendig opzij te springen. Wanneer het slachtoffer door een speer was getroffen werd hij door de vijand doodgeknuppeld met een knots.<BR> <BR> De belangrijkste wapens in oorlogsvoering in Oceanië zijn de speer, knots, bijl en pijl en boog. Slingers en dolken kwamen in bepaalde streken ook voor maar werden minder gebruikt. Binnen de verschillende categorieën van wapens kende elke cultuur een enorme verscheidenheid aan typen die in oorlog en/ of in ritueel gebruikt werden. Hoewel de speer, knots, bijl en pijl en boog het meest gebruikt werden hadden ze in geen enkele regio tegelijkertijd dezelfde status of mate van gebruik. Veel gebieden hadden cultureel bepaalde gevechtstactieken en - technieken en was het voorgeschreven in welke situaties bepaalde wapens gehanteerd mochten worden. Wapens konden versterkt worden op magische wijze, maar ook door de punten in te smeren met een substantie waarvan werd gedacht dat hij giftig was. Weinig inheemse gemeenschappen kenden een formele wapentraining. Wapens maakten onderdeel uit van het dagelijks leven en het oefenen met of hanteren van wapens gebeurde hierdoor automatisch. Jongeren en volwassene mannen hadden ze in feite altijd bij zich zodra ze het huis of dorp verlieten en kleine kinderen speelden met speelgoedversies van werktuigen en wapens. Tijdens rituele dansen voerden de mannen gevechtsbewegingen met wapens uit.<BR> <BR> Het doden van een persoon van je eigen stand werd in Oceanië altijd veroordeeld en was een belangrijke motivatie voor wraak en oorlog. Naast wraak was status ook een belangrijke reden om een oorlog te beginnen. In veel inheemse gemeenschappen moest een jongen een vijand doden om een volwassen man te kunnen worden. Iedereen die deel uitmaakte van een vijandige groep voldeed als 'vijand' en was het niet belangrijk of het slachtoffer een krijger, kind, vrouw of bejaarde was. Soms moest het hoofd als trofee meegenomen worden waar het werd bewaard in het huis van de koppensneller zelf of gebruikelijker, in het gemeenschappelijke mannenhuis. Hinderlagen waren een gebruikelijke aanvalstactiek. Vaak werd dit in kleine groepjes van twee of drie man gedaan en het slachtoffer was vaak een vrouw die op dat moment in haar tuin werkte. Ook grotere veldslagen kwamen voor. Om de gemeenschap goed te kunnen verdedigen werden de nederzettingen en huizen versterkt en op makkelijk verdedigbare locaties gebouwd. Vaak waren dorpen door een palissade omringd.<BR>

Speer

Melanesische speren kunnen in het algemeen in twee typen verdeeld worden; de lange speren die geworpen werden en de kortere om vast te houden en mee te stoten. Speren konden één of meerdere punten hebben, uit verschillende onderdelen bestaan of weerhaken hebben. Sommige volkeren waren meer bedreven in het nauwkeurig werpen van speren dan anderen. Krijgers ontweken neerdalende speren door behendig opzij te springen. Wanneer het slachtoffer door een speer was getroffen werd hij door de vijand doodgeknuppeld met een knots.<BR> <BR> De belangrijkste wapens in oorlogsvoering in Oceanië zijn de speer, knots, bijl en pijl en boog. Slingers en dolken kwamen in bepaalde streken ook voor maar werden minder gebruikt. Binnen de verschillende categorieën van wapens kende elke cultuur een enorme verscheidenheid aan typen die in oorlog en/ of in ritueel gebruikt werden. Hoewel de speer, knots, bijl en pijl en boog het meest gebruikt werden hadden ze in geen enkele regio tegelijkertijd dezelfde status of mate van gebruik. Veel gebieden hadden cultureel bepaalde gevechtstactieken en - technieken en was het voorgeschreven in welke situaties bepaalde wapens gehanteerd mochten worden. Wapens konden versterkt worden op magische wijze, maar ook door de punten in te smeren met een substantie waarvan werd gedacht dat hij giftig was. Weinig inheemse gemeenschappen kenden een formele wapentraining. Wapens maakten onderdeel uit van het dagelijks leven en het oefenen met of hanteren van wapens gebeurde hierdoor automatisch. Jongeren en volwassene mannen hadden ze in feite altijd bij zich zodra ze het huis of dorp verlieten en kleine kinderen speelden met speelgoedversies van werktuigen en wapens. Tijdens rituele dansen voerden de mannen gevechtsbewegingen met wapens uit.<BR> <BR> Het doden van een persoon van je eigen stand werd in Oceanië altijd veroordeeld en was een belangrijke motivatie voor wraak en oorlog. Naast wraak was status ook een belangrijke reden om een oorlog te beginnen. In veel inheemse gemeenschappen moest een jongen een vijand doden om een volwassen man te kunnen worden. Iedereen die deel uitmaakte van een vijandige groep voldeed als 'vijand' en was het niet belangrijk of het slachtoffer een krijger, kind, vrouw of bejaarde was. Soms moest het hoofd als trofee meegenomen worden waar het werd bewaard in het huis van de koppensneller zelf of gebruikelijker, in het gemeenschappelijke mannenhuis. Hinderlagen waren een gebruikelijke aanvalstactiek. Vaak werd dit in kleine groepjes van twee of drie man gedaan en het slachtoffer was vaak een vrouw die op dat moment in haar tuin werkte. Ook grotere veldslagen kwamen voor. Om de gemeenschap goed te kunnen verdedigen werden de nederzettingen en huizen versterkt en op makkelijk verdedigbare locaties gebouwd. Vaak waren dorpen door een palissade omringd.<BR>