Muziekinstrument

Benu of venu is een andere aanduiding voor de bamboe dwarsfluit de bansuri. De bamboe fluit heeft een hele belangrijke rol gespeeld in de Indiase muziekgeschiedenis en behoort tot de eerste instrumenten die zijn beschreven en zijn afgebeeld. Deva schrijft: "With the spread of the legend of Krishna, the Devine cowherd, there is no corner in India without a description or visuzalization of the horizontal flute" (Deva, p.92). Het was ook een van de eerste instrumenten in India waarmee de Indiase muzikale toonladders werd vormgegeven. Er gaat een belangrijke betekenis uit van de direct wijze waarop het instrument bespeeld wordt. In het boek "Dancing to the Flute" staat beschreven dat "... There are no interverning accountrements between the musician and the vibrating column of air. Such a direct relationship of musical activity is very appealing. For some it may even have deep mystical meaning. It increases one's sense of being in direct, uncomplicated touch with a mysterious and wondrous phenomenon" (Masselos, Menzies, Pal, p. 184). Daarnaast heeft de fluit in India ook een sterk metafische betekenis vanwege het enorme belang wat wordt gehecht aan het beheersen van de lucht (pranayama: prana = levenskracht, ayama = beheersing, een term uit yogatechniek die dit tot doel heeft, namelijk het reguleren van de ademhaling). Binnen dit geheel heeft de basuri dan ook een ontzettend belangrijke culturele en religieuze betekenis in India. Het is het belangrijkste attribuut van de nog jeugdige God Krishna als koeherder. In de regel wordt de God Krishna afgebeeld met een dwarsfluit.

Muziekinstrument

Benu of venu is een andere aanduiding voor de bamboe dwarsfluit de bansuri. De bamboe fluit heeft een hele belangrijke rol gespeeld in de Indiase muziekgeschiedenis en behoort tot de eerste instrumenten die zijn beschreven en zijn afgebeeld. Deva schrijft: "With the spread of the legend of Krishna, the Devine cowherd, there is no corner in India without a description or visuzalization of the horizontal flute" (Deva, p.92). Het was ook een van de eerste instrumenten in India waarmee de Indiase muzikale toonladders werd vormgegeven. Er gaat een belangrijke betekenis uit van de direct wijze waarop het instrument bespeeld wordt. In het boek "Dancing to the Flute" staat beschreven dat "... There are no interverning accountrements between the musician and the vibrating column of air. Such a direct relationship of musical activity is very appealing. For some it may even have deep mystical meaning. It increases one's sense of being in direct, uncomplicated touch with a mysterious and wondrous phenomenon" (Masselos, Menzies, Pal, p. 184). Daarnaast heeft de fluit in India ook een sterk metafische betekenis vanwege het enorme belang wat wordt gehecht aan het beheersen van de lucht (pranayama: prana = levenskracht, ayama = beheersing, een term uit yogatechniek die dit tot doel heeft, namelijk het reguleren van de ademhaling). Binnen dit geheel heeft de basuri dan ook een ontzettend belangrijke culturele en religieuze betekenis in India. Het is het belangrijkste attribuut van de nog jeugdige God Krishna als koeherder. In de regel wordt de God Krishna afgebeeld met een dwarsfluit.