Een mondharp gemaakt van lichtbruin hout. De mondharp is langwerpig van vorm. Eén uiteinde is breder en dakvormig gesneden met een knopvormige punt. Halverwege versmalt de harp snel en loopt uit in een zeer smal gedeelte dat aan beide kanten versierd is met dubbele puntvormen. De lange tong is getrapt gevormd en eindigt in een dunne punt voor het versierde gedeelte. Bij de harp een bamboekoker die versierd is met zeven ingesneden ringen waarvan de twee middelste gescheiden worden door een rij grote en kleine stippen op een zwarte ondergrond. De bodem is versierd met ronde insnijdingen langs de rand. De harp is verbonden met de koker door een gedraaid touw.