Een drietand met getande punten. Een dergelijke speer werd gebruikt bij de vogeljacht. Dit gold dan met name de jacht op op het land levende of verblijvende land- of zeevogels. Zeevogels die op het wateroppervlak waren neergestreken werden met werppijlen (darts) of met pijl en boog bejaagd. Vogels op het land werden door de Alaskaanse Inuit ook bejaagd met netten, werppijlen of bola's. Behalve het vlees leverden vogels materiaal voor jassen (huid), regenparka's (ingewanden), pijlen (de stuurveren) en mogelijkerwijs dunne naalden of priemen (botjes).