Stuk kant

Torchonkant van katoenen vissersgaren.De zelfkant is afwijkend, slechts door een hangend paar met twee afwisselende paren gewerkt. De zelfkant wordt begrensd door een rij Brusselse slagen, overgaand in vetergatslagen in diagonalen (grondpatroon). Het motief, in versprongen rijen, is een zes-parige spin in linnenslag, beginnend en eindigend in vlechtjes en vormslagen. De buitenrand is een zigzaglijn in netslag met buitenlangs schulpen.

Stuk kant

Torchonkant van katoenen vissersgaren.De zelfkant is afwijkend, slechts door een hangend paar met twee afwisselende paren gewerkt. De zelfkant wordt begrensd door een rij Brusselse slagen, overgaand in vetergatslagen in diagonalen (grondpatroon). Het motief, in versprongen rijen, is een zes-parige spin in linnenslag, beginnend en eindigend in vlechtjes en vormslagen. De buitenrand is een zigzaglijn in netslag met buitenlangs schulpen.