Stuk kant

Torchonkant. Het grondpatroon is in vetergatslag, de zelfkant in dubbele netslagen. Het hoofdmotief is een ruit waarin acht-bladige bloemen in linnenslag met elkaar verbonden in vlechtjes. Een ander hoofdmotief is een ruit met vier acht-parige spinnen in linnenslag. Boven en onder iedere spin is een vlechtje geklost. In de inhammen van de hoofdmotieven zijn ruiten, bestaande uit vormslagen, 16 stuks aaneengesloten. De kant heeft een golvende netslagrand, met gevlochten lusjes. Tussen zelfkant en hoofdmotieven zijn in de torchongrond nog vier-parige spinnetjes.

Stuk kant

Torchonkant. Het grondpatroon is in vetergatslag, de zelfkant in dubbele netslagen. Het hoofdmotief is een ruit waarin acht-bladige bloemen in linnenslag met elkaar verbonden in vlechtjes. Een ander hoofdmotief is een ruit met vier acht-parige spinnen in linnenslag. Boven en onder iedere spin is een vlechtje geklost. In de inhammen van de hoofdmotieven zijn ruiten, bestaande uit vormslagen, 16 stuks aaneengesloten. De kant heeft een golvende netslagrand, met gevlochten lusjes. Tussen zelfkant en hoofdmotieven zijn in de torchongrond nog vier-parige spinnetjes.