Colografia

Belkis Ayón (1967- 1999) ontwikkelde een eigen gemengde-druk-techniek, de colografia, waarmee zij een uitzonderlijke virtuositeit bereikte. Haar voorstellingen gaan over spirituele inwijdingen en geheimzinnige ontdekkingstochten in de geestenwereld. In het werk van Ayón is er sprake van een eenheid tussen onder- en bovenwereld. Ze schrikt er niet voor terug in haar werk taboes te doorbreken, zowel op het gebied van de geheime leer van het Abakuá- genootschap als op dat van de strijd tussen de seksen. De Abakua- cultus is voorbehouden aan mannen, maar Belkis slaagde erin om door te dringen tot de kern. De verdringing van het vrouwelijke door het mannelijke principe, van het matriarchaat door het patriarchaat speelt een rol in de Abakua-mythologie en Belkis integreerde dit onderwerp in haar thematiek. De boventoon in haar werk is de zoektocht naar het Geheim. Gedurende haar queeste waagt de mythische heldin, Sikan, zich in een wereld van gemaskerden en geesteswezens, van tekens en visioenen, van dood en transformatie. Sikan werd gedood door een luipaardman. Belkis Ayón voert Sikan in allerlei mysterieuze situaties ten tonele.<BR> <BR> Het Abakua- genootschap is een van oorsprong Afrikaans geheim genootschap dat is opgegaan in een Afro-Cubaans geheim genootschap. Het Cross River gebied in het zuid-oosten van Nigeria heeft als hoofdstad Calabar, al in de vijftiende eeuw een belangrijke internationale haven. Van de zeventiende tot de negentiende eeuw werd in deze regio het grootste percentage slaven verhandeld en verscheept naar de nieuwe wereld. In deze streek met vele bevolkingsgroepen bestaan diverse geheime genootschappen waaronder het Ekpe- genootschap. Ekpe betekent 'luipaard', maar daarmee werd niet zozeer een luipaard bedoeld als wel een mythisch dier. De luipaardmannen spraken in de koloniale tijd in het westen zeer tot de verbeelding. Het Ekpe genootschap was een gevreesde instantie die bij maatschappelijk onwenselijk gedrag strenge straffen kon opleggen (waaronder het als slaaf verkopen van vijanden of mensen uit de eigen bevolkingsgroep die zich misdragen hadden). Met de slaven reisde de Ekpe traditie mee naar Cuba en nam daar in de negentiende eeuw de vorm aan van het geheime Abakuá- genootschap, eveneens een mannenbond. Heden ten dage is het Abakuá genootschap nog actief in Havana, Matanzas en Cárdenas.<BR> <BR> Offer en dood zijn veelvoorkomende thema's in het werk van Ayón- zo ook bij dit werk 'Nlloro', waar afscheid wordt genomen van een overleden lid van het Abakuá- genootschap die op het punt staat een ander domein te betreden.<BR> <BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Druktechniek van inkt op papier. De voorstelling bestaat uit een negental afzonderlijke platen. De voorstelling moet een begrafenisritueel voorstellen. De gestorven figuur op de voorgrond is geheel wit. Over deze figuur zijn een tweetal andere (antropomorfe) figuren gebogen. Op de achtergrond bevinden zich nog tal van andere figuren; sommigen houden witte kaarsen vast, anderen hebben de handen gevouwen als in gebed, of voor het gezicht geslagen. Op de meeste van de lichamen van deze figuren zijn geometrische patronen te onderscheiden. Er is één figuur die een groot wit kruis voor zijn borst houdt. Eén van de aanwezigen draagt een donkergekleurd kostuum, inclusief masker. Op het kostuum zijn verschillende geometrische tekens aangebracht, waaronder kruisvormen en cirkels. Achter deze gemaskerde figuur zijn een tweetal paar armen zichtbaar. Eén paar van deze armen is spierwit evenals de gestorven figuur en worden boven het hoofd van de gemaskerde figuur gevouwen. In de linkerhoek staan een tweetal figuren waarbij de ene een staf vasthoudt waarin de kruisvorm is verwerkt, de meest linker figuur houdt een trom vast waarop wederom het kruismotief terugkeert.

Colografia

Belkis Ayón (1967- 1999) ontwikkelde een eigen gemengde-druk-techniek, de colografia, waarmee zij een uitzonderlijke virtuositeit bereikte. Haar voorstellingen gaan over spirituele inwijdingen en geheimzinnige ontdekkingstochten in de geestenwereld. In het werk van Ayón is er sprake van een eenheid tussen onder- en bovenwereld. Ze schrikt er niet voor terug in haar werk taboes te doorbreken, zowel op het gebied van de geheime leer van het Abakuá- genootschap als op dat van de strijd tussen de seksen. De Abakua- cultus is voorbehouden aan mannen, maar Belkis slaagde erin om door te dringen tot de kern. De verdringing van het vrouwelijke door het mannelijke principe, van het matriarchaat door het patriarchaat speelt een rol in de Abakua-mythologie en Belkis integreerde dit onderwerp in haar thematiek. De boventoon in haar werk is de zoektocht naar het Geheim. Gedurende haar queeste waagt de mythische heldin, Sikan, zich in een wereld van gemaskerden en geesteswezens, van tekens en visioenen, van dood en transformatie. Sikan werd gedood door een luipaardman. Belkis Ayón voert Sikan in allerlei mysterieuze situaties ten tonele.<BR> <BR> Het Abakua- genootschap is een van oorsprong Afrikaans geheim genootschap dat is opgegaan in een Afro-Cubaans geheim genootschap. Het Cross River gebied in het zuid-oosten van Nigeria heeft als hoofdstad Calabar, al in de vijftiende eeuw een belangrijke internationale haven. Van de zeventiende tot de negentiende eeuw werd in deze regio het grootste percentage slaven verhandeld en verscheept naar de nieuwe wereld. In deze streek met vele bevolkingsgroepen bestaan diverse geheime genootschappen waaronder het Ekpe- genootschap. Ekpe betekent 'luipaard', maar daarmee werd niet zozeer een luipaard bedoeld als wel een mythisch dier. De luipaardmannen spraken in de koloniale tijd in het westen zeer tot de verbeelding. Het Ekpe genootschap was een gevreesde instantie die bij maatschappelijk onwenselijk gedrag strenge straffen kon opleggen (waaronder het als slaaf verkopen van vijanden of mensen uit de eigen bevolkingsgroep die zich misdragen hadden). Met de slaven reisde de Ekpe traditie mee naar Cuba en nam daar in de negentiende eeuw de vorm aan van het geheime Abakuá- genootschap, eveneens een mannenbond. Heden ten dage is het Abakuá genootschap nog actief in Havana, Matanzas en Cárdenas.<BR> <BR> Offer en dood zijn veelvoorkomende thema's in het werk van Ayón- zo ook bij dit werk 'Nlloro', waar afscheid wordt genomen van een overleden lid van het Abakuá- genootschap die op het punt staat een ander domein te betreden.<BR> <BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Druktechniek van inkt op papier. De voorstelling bestaat uit een negental afzonderlijke platen. De voorstelling moet een begrafenisritueel voorstellen. De gestorven figuur op de voorgrond is geheel wit. Over deze figuur zijn een tweetal andere (antropomorfe) figuren gebogen. Op de achtergrond bevinden zich nog tal van andere figuren; sommigen houden witte kaarsen vast, anderen hebben de handen gevouwen als in gebed, of voor het gezicht geslagen. Op de meeste van de lichamen van deze figuren zijn geometrische patronen te onderscheiden. Er is één figuur die een groot wit kruis voor zijn borst houdt. Eén van de aanwezigen draagt een donkergekleurd kostuum, inclusief masker. Op het kostuum zijn verschillende geometrische tekens aangebracht, waaronder kruisvormen en cirkels. Achter deze gemaskerde figuur zijn een tweetal paar armen zichtbaar. Eén paar van deze armen is spierwit evenals de gestorven figuur en worden boven het hoofd van de gemaskerde figuur gevouwen. In de linkerhoek staan een tweetal figuren waarbij de ene een staf vasthoudt waarin de kruisvorm is verwerkt, de meest linker figuur houdt een trom vast waarop wederom het kruismotief terugkeert.