De doeken van Préfète Duffaut (1923) zijn een feest van vitaliteit. Hij hoort tot de eerste generatie Haïtiaanse schilders die internationale bekendheid verwierf. In 1946 voegde hij zich bij het Centre d'Art, dat een paar jaar eerder door Dewitt Peters was opgericht en dat een belangrijke rol speelde bij de doorbraak van de Haïtiaanse schilderkunst. Duffaut was één van de 19 schilders uit Haïti die in 1950 in het Stedelijk Museum Amsterdam exposeerden. In 1951 was hij één van de vijf schilders die muurschilderingen in de kathedraal van de H. Drievuldigheid in Port-au-Prince maakten. Hij exposeerde in de Verenigde Staten en werd opgenomen in de collectie van het Brooklyn Museum.<BR> <BR> L'anniversaire de Damballah, De verjaardag van Damballah, verbeeldt de verjaardag van het belangrijkste geestwezen uit de vodou pantheon, de slangengod Danbala, ook wel Danbala Wèdo genoemd, die wordt geassocieerd met water, de regenboog, met wijsheid en koelte. Danbala is met deze eigenschappen een vertegenwoordiger van de Rada, de koele rustige kant van vodou. Rada zijn de welwillende, wijze goden en geestwezens, die de slaven op hun reis vanuit het moedercontinent Afrika hebben begeleid. Ze worden wel beschouwd als de ; koninklijke' goden, zij die het meest trouw zijn gebleven aan hun Afrikaanse tradities en die geassocieerd worden met natuurkrachten, het natuurgeweld, de aarde, de zeeën en rivieren en de hemel.<BR> <BR> Vodou is een smeltkroes van religieuze geloofsovertuigingen en praktijken, afkomstig van de diverse Afrikaanse volken die in slavernij zijn gebracht. Het zijn met name de Arada (Fon en Ewe) en de Yoruba - bevolkingsgroepen die grote overeenkomsten vertonen in hun religieuze wereldbeschouwing - die een belangrijk stempel hebben gedrukt op de ontwikkeling van vodou. Zo zijn in het Haïtiaanse pantheon vele goden terug te vinden die hun oorsprong hebben bij de Fon, Ewe en Yoruba, maar onder een andere naam voortleven op Haïti.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Het schilderij toont tegen een blauwe achtergrond een fantastische wereld bestaande uit kleurrijke, imaginaire steden gebouwd op heuvels die door middel van lange boogbruggen met elkaar verbonden zijn. De steden krioelen van leven bestaande uit mensen en geestwezens. In het midden bevindt zich een grote conische vorm, wellicht een trommel, met aan weerszijden een tweetal kleinere conisch gevormde trommels, waaruit een groot aantal slangen steken en van waaruit slingers met vlaggetjes komen. Links en rechts onderin bevinden zich eveneens conisch gevormde trommels. Op de grote trom in het midden zijn zogenaamde vèvè's aangebracht, evenals op de grond tussen de mensen. Sommige slangen hebben een antropomorf gezicht met zwart haar.