'Yo me lo llevo viento malo' (Ik wend de kwade wind af)

De achtergrond van waaruit Santiago Rodríguez Olazábal werkt is syncretisch. In zijn werk neemt de Yoruba-religie een centrale plaats in. De Afrikaanse diaspora heeft ervoor gezorgd dat elementen uit Afrikaanse religieuze tradities op diverse plaatsen in de wereld fuseerden met de daar bestaande religie. Uit die vermenging zijn nieuwe religies ontstaan waarvan de bekendste wellicht zijn Voodoo (Haiti), Winti (Suriname) en Santería (Cuba). Olazábal heeft een op westerse leest geschoeide academische opleiding gehad en is tevens Santería priester, en in zijn werk heeft hij beide kanten verenigd. In zijn werken is de mens steeds nauw verbonden met de geestelijke en animale wereld. Olazabal toont met zijn werk het lijden en verlangen van de mens, maar maakt tevens duidelijk dat deze als zoeker weliswaar eenzaam kan zijn, maar niet alleen is; hij maakt deel uit van een bezield universum.<BR> <BR> Samen met Juan Francisco Elso, Marta Perez Bravo, José Bedia en Ricardo Brey behoort Olazábal tot de zogenaamde eerste generatie van beeldend kunstenaars die de Cubaanse Renaissance van de jaren 1980 in gang hebben gezet.<BR> <BR> Deze installatie is gerelateerd aan een ceremonie, een offer, waarbij het orakel van Ifá wordt geraadpleegd door een ifá-priester (de babalawo), in de hoop oplossingen te vinden voor hun problemen. Het is een ritueel dat soms onder zeer kritische omstandigheden wordt uitgevoerd; het is een poging om in harmonie te komen met het universum. Het EBO offer is een offer dat wordt gebracht aan de levensenergie van de krachten van de natuur (de orisha) of aan de voorouders (Egun). EBO betekent opoffering, EBO was het eerste kind van Orúnmìlà, de god van de wijsheid en de voorspellende gave van de Ifá cultus, verwerkte bij Aiye, een van de dochters van Olódùmarè, de oppergod van de Yoruba. <BR> <BR> In deze installatie voert een babalawo (priester) een ritueel uit om degene, die hem om hulp heeft gevraagd, te bevrijden van diens problemen. De Krachtobjecten waarlangs de babalawo blaast, doen denken aan de Afrikaanse medicijnbundels en kracht- of spijkerbeelden uit Congo.<BR> <BR> Beschrijving<BR> <BR> Driedelige installatie bestaande uit een tweetal papieren tekeningen die worden verbonden door een houten dwarsbalk. Op beide tekeningen staat een antropomorfe figuur afgebeeld. De figuur op de tekening aan de rechterzijde blaast een wit poeder naar de figuur op de tekening aan de linkerzijde. Deze figuur staat voorover gebogen. Aan de houten dwarsbalk zijn een zestal krachtobjecten bevestigd. Voor de installatie op de grond bevindt zich een kruisvorm gemaakt uit aarde waarin op elke hoek een witte kaars staat.

'Yo me lo llevo viento malo' (Ik wend de kwade wind af)

De achtergrond van waaruit Santiago Rodríguez Olazábal werkt is syncretisch. In zijn werk neemt de Yoruba-religie een centrale plaats in. De Afrikaanse diaspora heeft ervoor gezorgd dat elementen uit Afrikaanse religieuze tradities op diverse plaatsen in de wereld fuseerden met de daar bestaande religie. Uit die vermenging zijn nieuwe religies ontstaan waarvan de bekendste wellicht zijn Voodoo (Haiti), Winti (Suriname) en Santería (Cuba). Olazábal heeft een op westerse leest geschoeide academische opleiding gehad en is tevens Santería priester, en in zijn werk heeft hij beide kanten verenigd. In zijn werken is de mens steeds nauw verbonden met de geestelijke en animale wereld. Olazabal toont met zijn werk het lijden en verlangen van de mens, maar maakt tevens duidelijk dat deze als zoeker weliswaar eenzaam kan zijn, maar niet alleen is; hij maakt deel uit van een bezield universum.<BR> <BR> Samen met Juan Francisco Elso, Marta Perez Bravo, José Bedia en Ricardo Brey behoort Olazábal tot de zogenaamde eerste generatie van beeldend kunstenaars die de Cubaanse Renaissance van de jaren 1980 in gang hebben gezet.<BR> <BR> Deze installatie is gerelateerd aan een ceremonie, een offer, waarbij het orakel van Ifá wordt geraadpleegd door een ifá-priester (de babalawo), in de hoop oplossingen te vinden voor hun problemen. Het is een ritueel dat soms onder zeer kritische omstandigheden wordt uitgevoerd; het is een poging om in harmonie te komen met het universum. Het EBO offer is een offer dat wordt gebracht aan de levensenergie van de krachten van de natuur (de orisha) of aan de voorouders (Egun). EBO betekent opoffering, EBO was het eerste kind van Orúnmìlà, de god van de wijsheid en de voorspellende gave van de Ifá cultus, verwerkte bij Aiye, een van de dochters van Olódùmarè, de oppergod van de Yoruba. <BR> <BR> In deze installatie voert een babalawo (priester) een ritueel uit om degene, die hem om hulp heeft gevraagd, te bevrijden van diens problemen. De Krachtobjecten waarlangs de babalawo blaast, doen denken aan de Afrikaanse medicijnbundels en kracht- of spijkerbeelden uit Congo.<BR> <BR> Beschrijving<BR> <BR> Driedelige installatie bestaande uit een tweetal papieren tekeningen die worden verbonden door een houten dwarsbalk. Op beide tekeningen staat een antropomorfe figuur afgebeeld. De figuur op de tekening aan de rechterzijde blaast een wit poeder naar de figuur op de tekening aan de linkerzijde. Deze figuur staat voorover gebogen. Aan de houten dwarsbalk zijn een zestal krachtobjecten bevestigd. Voor de installatie op de grond bevindt zich een kruisvorm gemaakt uit aarde waarin op elke hoek een witte kaars staat.