Priesters en monniken bezitten een lange staf met een T-vormig bovenstuk. Het is een hulpmiddel om de vaak urenlange erediensten te doorstaan. De staf wordt onder de arm geklemd als steun, maar ook gebruikt als een wandelstok en als muziekinstrument om het ritme aan te geven.<BR> In het algemeen is het metalen opzetstuk versierd met een ramshoorn met kruismotieven die refereert aan het Lam Gods en Christus. De schacht van een priesterstaf is doorgaans onderverdeeld in meerdere segmenten. De verschillende onderdelen verwijzen volgens de Etiopische traditie naar de verschillende houtsoorten waaruit het kruis van Christus gemaakt is. Voor de priesterstaf geldt hetzelfde als voor alle andere voorwerpen van een kerkschat: hoe kostbaarder de materialen, hoe belangrijker de kerk en de schenker.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Bronskleurig T-vormig bovenstuk van een priesterstaf. Bovenste gedeelte is onder andere versierd met een antropomorf gezicht. Het handvat is hol en in drieën onderverdeeld en is ook voorzien van geometrische motieven.