Tingatingaschilderij

Dit werk hoort tot de zogenoemde Tingatinga- school.<BR> Deze stroming is vernoemd naar Eduardo Saidi, alias Tinga Tinga (1937-1972). Deze schilder, autodidact, kwam in de jaren zestig in contact met het werk van Congolese schilders die hun doeken op straat verkochten. Onderwerpen van Saidi beperkten zich eerst tot bomen en dieren; later kwamen daar scènes uit het dagelijks leven bij en soms politiek commentaar. Medewerkers, leerlingen en navolgers van Saidi hebben zich na zijn dood verenigd in de Tingatinga school of Folk Art, inmiddels omgedoopt tot Tingatinga Arts Cooperative Society. Kenmerkend voor de Tingatingastijl zijn de heldere kleuren, de duidelijk omlijnde figuratie en de afwezigheid van perspectief.<BR> De bloeitijd van de Tingatinga schilderijen lijkt inmiddels voorbij. Tegenwoordig ziet men steeds vaker dat de onderwerpen zich herhalen en met behulp van sjablonen op de hardboardpanelen worden overgebracht. Het werk van schilders als Saidi, Peter en Charinda kenmerkt zich echter nog door een grote mate van originaliteit, speelsheid en vindingrijkheid en valt niet in de categorie 'serieproductie voor toeristen'. Met veel gevoel voor humor en 'sprekende'details verhaalt zijn werk over thema's als de handel in slaven, de politieke actualiteit, mythologie, tradities en rituelen, en het dagelijks leven.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Op het schilderij staan een drietal antropomorfe figuren. Uit de mond van de grootste figuur die links op het schilderij staat afgebeeld komt een zoömorfe figuur in de vorm van een slang. Deze figuur houdt in een van zijn handen een kommetje en in zijn andere hand een kalebas. Op zijn hoofd staat eveneens een kalebas. Aan zijn voeten bevinden zich de twee andere figuren waarvan er een geknield zit en de ander een trommel bespeeld. In een boom hangen een tweetal kalebassen en een tweetal hoorns.

Tingatingaschilderij

Dit werk hoort tot de zogenoemde Tingatinga- school.<BR> Deze stroming is vernoemd naar Eduardo Saidi, alias Tinga Tinga (1937-1972). Deze schilder, autodidact, kwam in de jaren zestig in contact met het werk van Congolese schilders die hun doeken op straat verkochten. Onderwerpen van Saidi beperkten zich eerst tot bomen en dieren; later kwamen daar scènes uit het dagelijks leven bij en soms politiek commentaar. Medewerkers, leerlingen en navolgers van Saidi hebben zich na zijn dood verenigd in de Tingatinga school of Folk Art, inmiddels omgedoopt tot Tingatinga Arts Cooperative Society. Kenmerkend voor de Tingatingastijl zijn de heldere kleuren, de duidelijk omlijnde figuratie en de afwezigheid van perspectief.<BR> De bloeitijd van de Tingatinga schilderijen lijkt inmiddels voorbij. Tegenwoordig ziet men steeds vaker dat de onderwerpen zich herhalen en met behulp van sjablonen op de hardboardpanelen worden overgebracht. Het werk van schilders als Saidi, Peter en Charinda kenmerkt zich echter nog door een grote mate van originaliteit, speelsheid en vindingrijkheid en valt niet in de categorie 'serieproductie voor toeristen'. Met veel gevoel voor humor en 'sprekende'details verhaalt zijn werk over thema's als de handel in slaven, de politieke actualiteit, mythologie, tradities en rituelen, en het dagelijks leven.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Op het schilderij staan een drietal antropomorfe figuren. Uit de mond van de grootste figuur die links op het schilderij staat afgebeeld komt een zoömorfe figuur in de vorm van een slang. Deze figuur houdt in een van zijn handen een kommetje en in zijn andere hand een kalebas. Op zijn hoofd staat eveneens een kalebas. Aan zijn voeten bevinden zich de twee andere figuren waarvan er een geknield zit en de ander een trommel bespeeld. In een boom hangen een tweetal kalebassen en een tweetal hoorns.