Bochio

In West-Afrika, met name de kuststreken van Togo, Benin en Nigeria, zijn de nauw met elkaar verwante culturen van de Aja, Gun, Ewe en Fon te vinden. Bij deze volken heeft zich een religieuze wereldbeschouwing ontwikkeld waarin het geloof in een Schepper-God, bijgestaan door goden en godinnen, voorouders en geesten, fundamenteel is. Zij vatten dit kosmische krachtenspel samen in het begrip vodun.<BR> <BR> Bij de Fon maken vodun-beelden een belangrijk deel uit van het culturele erfgoed. De beelden worden door de Fon bochio genoemd. Bochio- figuren kan men omschrijven als objecten, meestal in menselijke vorm, die met onzichtbare krachten 'geladen' zijn. De beelden maken deze krachten als het ware zichtbaar en daarmee hanteerbaar. Ze worden gebruikt als hulpmiddelen bij de bestrijding van persoonlijke tegenslagen, maar ook bij calamiteiten die een familie of zelfs de hele gemeenschap treffen, zoals hongersnoden, epidemieën en oorlogen. Elke situatie vraagt om een eigen beeld. Identieke exemplaren bestaan dus niet. Deze grote verscheidenheid maakt het moeilijk om te achterhalen in welke situatie en voor welk probleem een bepaalde bochio ooit is gebruikt. Wel zijn enkele algemene kenmerken te noemen.<BR> Een bochio is altijd vervaardigd uit hout. In sommige gevallen is het beeld direct al gebruiksklaar. De houtsnijder heeft dan tijdens het bewerken van het hout het beeld reeds 'opgeladen' met kracht door het uitspreken van bepaalde bezweringen. Vaak vallen bij deze 'kale' beelden bepaalde lichaamsdelen op, bijvoorbeeld doordat ze gezwollen of misvormd zijn. Het merendeel van de bochio-beelden is echter pas bruikbaar als materialen zijn toegevoegd, zoals stukjes textiel, schelpen, ijzer, hoorns, schedels van dieren of sloten. Elk materiaal en elk toegevoegd voorwerp hebben een betekenis en in een bepaalde combinatie geven ze het beeld de kracht die het nodig heeft om werkzaam te kunnen zijn.<BR> Ook de plaats op het lichaam waar de toevoegingen worden bevestigd kan een betekenis hebben, aangezien men aan bepaalde lichaamsdelen een symbolische waarde toekent. Zo zijn borst en hart symbolen van liefde en genegenheid verbonden met eigenschappen als geduld en kalmte; de ogen onthullen emoties als hoop en verlangen en kunnen de mens beschermen, omdat het oog dreigende gevaren waarneemt. Het hoofd is de zetel van het denken, en van zeggenschap en macht. De maag vormt het reservoir van gevoelens, maar wordt eveneens geassocieerd met hekserij.<BR> Doorboorde bochio's geven ideeën van opsluiting weer en omwikkelde beelden worden gebruikt om ziekte of impotentie het hoofd te bieden en gevaren 'gevangen' te zetten en te elimineren. Beelden met belletjes moetenbescherming bieden tijdens de jacht. Het gebruik van bepaalde kleuren textiel en materialen bij Bochio- figuren, moet de kracht van Vodun- goden aantrekken: zo is rood de kleur van geneesheer- god Sakpata en verwijzen rood 'en ijzer naar Hevioso, de god van donder en bliksem.<BR> Deze vrouwelijke bocio-figuur werd gehanteerd door een genezer binnen het Gambada-genootschap, waarvan de leden in een trance geraken door zich in hun bovenlichaam te snijden. De naam van het beeldje is 'ouinsagoun', wat 'ontvanger' of 'hij die schulden int' betekent. Het boogvormige stuk ijzer met punten symboliseert bedreiging en agressie. De onderkaak van een varken of een hond verhoogt de potentie van het voorwerp. De bijlbladen zijn attributen van de Vodun-dondergod, Hevioso. De rode kleur wordt tevens met Hevioso geassocieerd, maar verwijst verder naar bloed en vrouwelijke energie.<BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Vrouwelijke antropomorfe figuur met aan de voorzijde van de neus tot de buik een boogvormig stuk ijzer met punten. Op de rug is de onderkaak van een varken of hond geplaatst. Tussen de borsten en op de rug steken bijlbladen uit. Over de onderste helft van de figuur is een stuk stof gewikkeld waaraan kaurischelpen hangen. Het beeld heeft een rode kleur.

Bochio

In West-Afrika, met name de kuststreken van Togo, Benin en Nigeria, zijn de nauw met elkaar verwante culturen van de Aja, Gun, Ewe en Fon te vinden. Bij deze volken heeft zich een religieuze wereldbeschouwing ontwikkeld waarin het geloof in een Schepper-God, bijgestaan door goden en godinnen, voorouders en geesten, fundamenteel is. Zij vatten dit kosmische krachtenspel samen in het begrip vodun.<BR> <BR> Bij de Fon maken vodun-beelden een belangrijk deel uit van het culturele erfgoed. De beelden worden door de Fon bochio genoemd. Bochio- figuren kan men omschrijven als objecten, meestal in menselijke vorm, die met onzichtbare krachten 'geladen' zijn. De beelden maken deze krachten als het ware zichtbaar en daarmee hanteerbaar. Ze worden gebruikt als hulpmiddelen bij de bestrijding van persoonlijke tegenslagen, maar ook bij calamiteiten die een familie of zelfs de hele gemeenschap treffen, zoals hongersnoden, epidemieën en oorlogen. Elke situatie vraagt om een eigen beeld. Identieke exemplaren bestaan dus niet. Deze grote verscheidenheid maakt het moeilijk om te achterhalen in welke situatie en voor welk probleem een bepaalde bochio ooit is gebruikt. Wel zijn enkele algemene kenmerken te noemen.<BR> Een bochio is altijd vervaardigd uit hout. In sommige gevallen is het beeld direct al gebruiksklaar. De houtsnijder heeft dan tijdens het bewerken van het hout het beeld reeds 'opgeladen' met kracht door het uitspreken van bepaalde bezweringen. Vaak vallen bij deze 'kale' beelden bepaalde lichaamsdelen op, bijvoorbeeld doordat ze gezwollen of misvormd zijn. Het merendeel van de bochio-beelden is echter pas bruikbaar als materialen zijn toegevoegd, zoals stukjes textiel, schelpen, ijzer, hoorns, schedels van dieren of sloten. Elk materiaal en elk toegevoegd voorwerp hebben een betekenis en in een bepaalde combinatie geven ze het beeld de kracht die het nodig heeft om werkzaam te kunnen zijn.<BR> Ook de plaats op het lichaam waar de toevoegingen worden bevestigd kan een betekenis hebben, aangezien men aan bepaalde lichaamsdelen een symbolische waarde toekent. Zo zijn borst en hart symbolen van liefde en genegenheid verbonden met eigenschappen als geduld en kalmte; de ogen onthullen emoties als hoop en verlangen en kunnen de mens beschermen, omdat het oog dreigende gevaren waarneemt. Het hoofd is de zetel van het denken, en van zeggenschap en macht. De maag vormt het reservoir van gevoelens, maar wordt eveneens geassocieerd met hekserij.<BR> Doorboorde bochio's geven ideeën van opsluiting weer en omwikkelde beelden worden gebruikt om ziekte of impotentie het hoofd te bieden en gevaren 'gevangen' te zetten en te elimineren. Beelden met belletjes moetenbescherming bieden tijdens de jacht. Het gebruik van bepaalde kleuren textiel en materialen bij Bochio- figuren, moet de kracht van Vodun- goden aantrekken: zo is rood de kleur van geneesheer- god Sakpata en verwijzen rood 'en ijzer naar Hevioso, de god van donder en bliksem.<BR> Deze vrouwelijke bocio-figuur werd gehanteerd door een genezer binnen het Gambada-genootschap, waarvan de leden in een trance geraken door zich in hun bovenlichaam te snijden. De naam van het beeldje is 'ouinsagoun', wat 'ontvanger' of 'hij die schulden int' betekent. Het boogvormige stuk ijzer met punten symboliseert bedreiging en agressie. De onderkaak van een varken of een hond verhoogt de potentie van het voorwerp. De bijlbladen zijn attributen van de Vodun-dondergod, Hevioso. De rode kleur wordt tevens met Hevioso geassocieerd, maar verwijst verder naar bloed en vrouwelijke energie.<BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Vrouwelijke antropomorfe figuur met aan de voorzijde van de neus tot de buik een boogvormig stuk ijzer met punten. Op de rug is de onderkaak van een varken of hond geplaatst. Tussen de borsten en op de rug steken bijlbladen uit. Over de onderste helft van de figuur is een stuk stof gewikkeld waaraan kaurischelpen hangen. Het beeld heeft een rode kleur.