Stijve borstel gemaakt van arenpalm vezels ('ijuk'). De borstel wordt speciaal vervaardigd voor het aanbrengen van stijfsel op ketting garens. Het proces maakt de garens sterk en glad opdat ze tijdens het weefproces niet breken en niet pluizen. Dit wordt alleen bij kettingdraden, en niet bij de inslagdraden gedaan.<BR> <BR> De kettinggarens worden gesteven na het spinnen en verven, maar voor het opspannen.<BR> <BR> Eerst worden de garens in een stijfsel van gekookte rijst (voor fijnere garens kan cassave in plaats van rijst gebruikt worden), gemalen (vette) kemiri noot, en enkele sprietjes van een bepaald grassoort gedompeld en vervolgens gedroogd. <BR> <BR> Een zonnige dag wordt gekozen om het proces te voltooien. De stijve garens worden op bamboekokers in een houtenraam gehangen waardoor er spanning op de garens bestaat. De horizontale bamboe rollers in het raam kunnen worden gedraaid zodat de draden meedraaien. Het rijststijfsel (zie boven) wordt opnieuw gemaakt, maar dit keer met behulp van een borstel ('unggas') van arenpalm vezels ('ijuk') op de garens aangebracht.<BR> <BR> De borstel wordt in het stijfsel gedompeld en de pap wordt in een lichte en gelijke laag op de garens aangebracht. De weefster zorgt ervoor dat de garens niet te vochtig worden. Met een regelmatige en lange slag borstelt de weefster herhaaldelijk tot de garens glimmen. <BR>