Shango

Deze figuur van een knielende vrouw met een kind op de rug en een ander in de handen, is wellicht een Shango-staf waarvan de voorstelling van de twee donderstenen aan de onderkant is afgebroken. Op zich is het merkwaardig dat de donderstenen aan de onderkant van de figuur zouden hebben gezeten, de vrouw is immers een arugba Shango die de donderstenen op haar hoofd draagt (M. Drewal, 1977: 44). Toch zitten de vuurstenen een enkele maal aan de onderkant, zoals bijvoorbeeld bij een achttiende eeuwse Shango-staf uit Ila Orangun (cf. de discussie in M.T. Drewal, 1986: 67 en fig. 1). Het handvat zit dan echter in het midden en niet aan de bovenkant. De figuur wordt nu tijdens het dansen ondersteboven gehouden, zoals dat ook het geval is bij sommige Eshu-dansstaven die om de hals van vrouwelijke dansers hangen en waarbij het handvat over het algemeen onder de figuur zit (cf. Witte, 1984: pls. 74-76).<BR> <BR> Beschrijving<BR> Houten antropomorfe moederfiguur met twee kinderen, één kindje op de rug vastgemaakt met een band om het middel. Het wendt het hoofd af naar rechts. En één liggend kindje voor de buik van de moeder. De moeder houdt één hand onder het hoofd en één onder de knieën. De benen hangen naar beneden. Op het hoofd van de moederfiguur is het handvat van de staf met bovenop een haakje. De haartooi is gedeeltelijk gefigureerd en heeft twee uitsteeksels naar achteren. Op het voorhoofd en de wangen zijn tatoeages aangebracht. De oren zijn groot. Om de hals een ketting van twee langwerpige en meerdere kleine ronde kraaltjes. Ook een ketting uitgesneden in het hout, die om de borsten loopt. Op de schouders zijn eveneens tatoeages aangebracht. Om een arm een armband. De knieën zijn gebogen en de onderbenen zitten tegen de bovenbenen. Op de knieën en ertussen drie stokjes, waaraan waarschijnlijk de rest van de staf heeft gezeten.

Shango

Deze figuur van een knielende vrouw met een kind op de rug en een ander in de handen, is wellicht een Shango-staf waarvan de voorstelling van de twee donderstenen aan de onderkant is afgebroken. Op zich is het merkwaardig dat de donderstenen aan de onderkant van de figuur zouden hebben gezeten, de vrouw is immers een arugba Shango die de donderstenen op haar hoofd draagt (M. Drewal, 1977: 44). Toch zitten de vuurstenen een enkele maal aan de onderkant, zoals bijvoorbeeld bij een achttiende eeuwse Shango-staf uit Ila Orangun (cf. de discussie in M.T. Drewal, 1986: 67 en fig. 1). Het handvat zit dan echter in het midden en niet aan de bovenkant. De figuur wordt nu tijdens het dansen ondersteboven gehouden, zoals dat ook het geval is bij sommige Eshu-dansstaven die om de hals van vrouwelijke dansers hangen en waarbij het handvat over het algemeen onder de figuur zit (cf. Witte, 1984: pls. 74-76).<BR> <BR> Beschrijving<BR> Houten antropomorfe moederfiguur met twee kinderen, één kindje op de rug vastgemaakt met een band om het middel. Het wendt het hoofd af naar rechts. En één liggend kindje voor de buik van de moeder. De moeder houdt één hand onder het hoofd en één onder de knieën. De benen hangen naar beneden. Op het hoofd van de moederfiguur is het handvat van de staf met bovenop een haakje. De haartooi is gedeeltelijk gefigureerd en heeft twee uitsteeksels naar achteren. Op het voorhoofd en de wangen zijn tatoeages aangebracht. De oren zijn groot. Om de hals een ketting van twee langwerpige en meerdere kleine ronde kraaltjes. Ook een ketting uitgesneden in het hout, die om de borsten loopt. Op de schouders zijn eveneens tatoeages aangebracht. Om een arm een armband. De knieën zijn gebogen en de onderbenen zitten tegen de bovenbenen. Op de knieën en ertussen drie stokjes, waaraan waarschijnlijk de rest van de staf heeft gezeten.