Yaka maken bij de jacht gebruik van kleine houten fluiten. Exemplaren versierd met een menselijk hoofdje, worden ook in rituele context aangewend. De collectieve jacht wordt met pijl en boog en honden uitgevoerd. Het is nog altijd een zaak van prestige om een jacht te organiseren of er aan deel te nemen. Vroeger werd een jachtpartij altijd vooraf gegaan door een smeekbede aan de voorouders en het treffen van rituele voorzorgsmaatregelen.<BR> <BR> De jachtleider waarschuwt met een dergelijk fluitje de andere jagers en geeft richtlijnen aan de honden. Dit exemplaar is niet antropomorf gesneden. Het vingergat in de zijwand maakt het mogelijk een modulerende toon te produceren. Onderaan bevindt zich een gat voor eentouwtje waarmee het fluitje kan worden opgehangen. Het fluitje is met rotan ingebonden. Het inbinden en verknopen van de jachtfluit maakt er een 'magische speer' van, die niet alleen het wild doodt maar tevens fallische connotaties heeft. Jacht en geslachtsdaad staan, volgens de mannelijke Yaka ideologie, dicht bij elkaar. Het is daarom denkbaar dat deze jachtfluit ook het erectievermogen van de bezitter diende te beschermen en te verhogen.<BR> <BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Fluit van donkerbruin hout, kunstig omwonden met rotan met rood patina. In de zijwand is een vingergat en onderaan bevindt zich een ophang-gaatje.