Dit beeld vertoont in grootte en houding grote gelijkenis met een beeld in speksteen dat P. Allison met vier andere in een heiligdom van Obatala in Ife aantrof. Gedurende het jaarlijkse tien dagen durende feest van Obatala werden de beelden in doeken gewikkeld en door de stad gedragen. Allison vermoedt dat de beelden van recente makelij zijn en vindt dat zij weinig artistieke waarde hebben. Hij verwonderd er zich dan ook over dat zij met meer eerbied behandeld werden dan de indrukwekkende sculptures in graniet die in Ife ook voorhanden zijn.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Antropomorfe figuur van zeer harde steen met zeer grote, tamelijk ronde kop, met grote, bolle, half gesloten ogen en een brede, platte neus. Grote oren en korte nek. De schouderbladen en schouders lopen over in kleine borsten. Het lichaam is dik, rond en kort met dikke benen. De armen zitten plat tegen het lichaam en de handen rusten op de zijkant van de knieen, de duim steekt naar voren. De onderste helft bestaat eigenlijk uit een brok steen, waarbij aan de voorkant de benen zijn aangegeven, het loopt achter enigszins rond en aan de zijden plat. Geen of zeer onduidelijke voeten. Onder het figuur bevindt zich een ongelijkmatig voetje.