528619

De naam 'Salampasu' zou 'jagers op sprinkhanen' betekenen, maar hun reputatie van krijgers en koppensnellers heeft daar een meer metaforische betekenis aan gegeven. Als niet-gecentraliseerde maatschappij hebben de Salampasu lange tijd weerstand geboden aan de expansieve Luunda- en Luba-rijken, en later aan de koloniale overheersing. Zij werden geregeerd door een hiërarchie van hoofden en leiders, waartegen gesloten genootschappen een soort tegenwicht vormden. De overkoepelende instelling van deze laatste was het Mugongo-genootschap van krijgers. De functies van de leden waren het afweren van dreigingen van buitenaf, het toezicht houden bij sociale gebeurtenissen en het in de samenleving integreren van jonge mannen met behulp van initiatie.<BR> <BR> De maskerades van bepaalde Salampasu- genootschappen (met name het matambu - genootschap) werden soms gedeeltelijk op een klein podium gehouden dat op één meter hoge paaltjes stond. De dansvloer (ca. 3m x 3m) bestond uit aaneengesloten takken en was aan de zijkanten afgegrensd door rechtopstaande houten planken getooid met figuren in hoog reliëf. Zo werd er een fysieke scheiding aangebracht tussen een beperkt aantal geïnitieerden en de andere deelnemers. De hoofden op de schotten stellen vooral maskers en titels voor, die een lid van het genootschap kon verwerven. Op die manier symboliseerden de planken ook kennis en macht- 'symbolisch kapitaal'. De betekenis van de grijze hagedis, de roodgekleurde vrouwenfiguur en de andere motieven is niet bekend.<BR> Door voorgeschreven taken uit te voeren kon een 'krijger' toegang krijgen tot specifieke maskergenootschappen en daar achtereenvolgens het recht kopen bepaalde maskers te dragen. Op die manier drukten de maskers zowel de rang van de drager uit als zijn economische status en werd het bezit ervan ook een bron van inkomsten.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Podium met een ondergrond bestaande uit in de lengte liggende, paaltjes van ongeveer 60 cm. Aan de zijkanten bevinden zich schotten of wanden. Deze schotten zijn aan de binnenkant glad, aan de buitenkant hebben ze een reliëf. Het bovenste schot heeft aan de buitenkant vier antropomorfe koppen. Het eerste is voornamelijk rood van kleur, boven het voorhoofd een stukje uitgesneden, dit is wit. Boven de neus recht afgesneden, het gezicht loopt hieronder hol. Het tweede gezicht is wit van kleur en heeft ongeveer dezelfde vorm. Het voorhoofd en haar zijn glad. Het derde gezicht is grijs en heeft boven het voorhoofd acht knobbels. Het laatste gezicht is rood en er is in de haargrens een driehoekje uitgesneden. Tussen de tweede en derde kop is er een glad rood rondje. Aan de onderkant zijn er ook vier koppen, de eerste heeft een ronde knobbel op het voorhoofd en is gedeeltelijk zwart en rood gekleurd. De tweede heeft een driehoekje op het voorhoofd en is voor de helft wit en de andere helft zwart, ertussenin een rode streep. Tussen deze twee koppen een witachtig zwaard. De derde is donkergrijs, deze heeft een ander gezicht, geen neus en mond en het is helemaal glad, de ogen zijn gaatjes. Op het voorhoofd aan iedere kant een rond uitsteeksel. Het vierde heeft op het hoofd een witte cylindervorm, daaronder is het haar zwart en het gezicht rood. Tussen het derde en vierde een zoömorfe slangfiguur. Op de schotten zijn wazige driehoekige figuren te zien in wit, rood en zwart. Aan de zijkanten zijn ook figuren, aan een kant een hagedis met een langwerpig lichaam en gebogen poten, het is grijs gekleurd. Hier en daar witte en rode stippen. Aan de andere kant is er een liggend vrouwelijk figuur. Het is voornamelijk rood van kleur. Het lichaam is recht en langgerekt. De armen zijn er gestrekt boven uitgesneden en gaan tot de bovenbenen, deze zijn ook recht. De voeten zijn aan de voorkant erg kort aan de achterkant lang. De hals staat ver naar achteren, tegen het schot, om de hals een ring. Het hoofd heeft een gladde zwarte haartooi, tussen voorhoofd en haar een witte, dieper liggende rand. Het gezicht heeft dezelfde vorm als de gezichten op de andere schotten, alleen de mond bestaat uit een paar witte ruitjes. Boven de vrouwelijk figuur een donkere iets gebogen arm. Wazige kartelrand in wit, rood en zwart.

528619

De naam 'Salampasu' zou 'jagers op sprinkhanen' betekenen, maar hun reputatie van krijgers en koppensnellers heeft daar een meer metaforische betekenis aan gegeven. Als niet-gecentraliseerde maatschappij hebben de Salampasu lange tijd weerstand geboden aan de expansieve Luunda- en Luba-rijken, en later aan de koloniale overheersing. Zij werden geregeerd door een hiërarchie van hoofden en leiders, waartegen gesloten genootschappen een soort tegenwicht vormden. De overkoepelende instelling van deze laatste was het Mugongo-genootschap van krijgers. De functies van de leden waren het afweren van dreigingen van buitenaf, het toezicht houden bij sociale gebeurtenissen en het in de samenleving integreren van jonge mannen met behulp van initiatie.<BR> <BR> De maskerades van bepaalde Salampasu- genootschappen (met name het matambu - genootschap) werden soms gedeeltelijk op een klein podium gehouden dat op één meter hoge paaltjes stond. De dansvloer (ca. 3m x 3m) bestond uit aaneengesloten takken en was aan de zijkanten afgegrensd door rechtopstaande houten planken getooid met figuren in hoog reliëf. Zo werd er een fysieke scheiding aangebracht tussen een beperkt aantal geïnitieerden en de andere deelnemers. De hoofden op de schotten stellen vooral maskers en titels voor, die een lid van het genootschap kon verwerven. Op die manier symboliseerden de planken ook kennis en macht- 'symbolisch kapitaal'. De betekenis van de grijze hagedis, de roodgekleurde vrouwenfiguur en de andere motieven is niet bekend.<BR> Door voorgeschreven taken uit te voeren kon een 'krijger' toegang krijgen tot specifieke maskergenootschappen en daar achtereenvolgens het recht kopen bepaalde maskers te dragen. Op die manier drukten de maskers zowel de rang van de drager uit als zijn economische status en werd het bezit ervan ook een bron van inkomsten.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Podium met een ondergrond bestaande uit in de lengte liggende, paaltjes van ongeveer 60 cm. Aan de zijkanten bevinden zich schotten of wanden. Deze schotten zijn aan de binnenkant glad, aan de buitenkant hebben ze een reliëf. Het bovenste schot heeft aan de buitenkant vier antropomorfe koppen. Het eerste is voornamelijk rood van kleur, boven het voorhoofd een stukje uitgesneden, dit is wit. Boven de neus recht afgesneden, het gezicht loopt hieronder hol. Het tweede gezicht is wit van kleur en heeft ongeveer dezelfde vorm. Het voorhoofd en haar zijn glad. Het derde gezicht is grijs en heeft boven het voorhoofd acht knobbels. Het laatste gezicht is rood en er is in de haargrens een driehoekje uitgesneden. Tussen de tweede en derde kop is er een glad rood rondje. Aan de onderkant zijn er ook vier koppen, de eerste heeft een ronde knobbel op het voorhoofd en is gedeeltelijk zwart en rood gekleurd. De tweede heeft een driehoekje op het voorhoofd en is voor de helft wit en de andere helft zwart, ertussenin een rode streep. Tussen deze twee koppen een witachtig zwaard. De derde is donkergrijs, deze heeft een ander gezicht, geen neus en mond en het is helemaal glad, de ogen zijn gaatjes. Op het voorhoofd aan iedere kant een rond uitsteeksel. Het vierde heeft op het hoofd een witte cylindervorm, daaronder is het haar zwart en het gezicht rood. Tussen het derde en vierde een zoömorfe slangfiguur. Op de schotten zijn wazige driehoekige figuren te zien in wit, rood en zwart. Aan de zijkanten zijn ook figuren, aan een kant een hagedis met een langwerpig lichaam en gebogen poten, het is grijs gekleurd. Hier en daar witte en rode stippen. Aan de andere kant is er een liggend vrouwelijk figuur. Het is voornamelijk rood van kleur. Het lichaam is recht en langgerekt. De armen zijn er gestrekt boven uitgesneden en gaan tot de bovenbenen, deze zijn ook recht. De voeten zijn aan de voorkant erg kort aan de achterkant lang. De hals staat ver naar achteren, tegen het schot, om de hals een ring. Het hoofd heeft een gladde zwarte haartooi, tussen voorhoofd en haar een witte, dieper liggende rand. Het gezicht heeft dezelfde vorm als de gezichten op de andere schotten, alleen de mond bestaat uit een paar witte ruitjes. Boven de vrouwelijk figuur een donkere iets gebogen arm. Wazige kartelrand in wit, rood en zwart.