Neksteunen worden gebruikt om ingewikkelde en/of zware kapsels te laten rusten als men ligt. De rijk versierde voet van de neksteun kent veel variaties. Een terugkerend motief echter is de gedraaide lijnversiering, geflankeerd door driehoek-motieven. Er bestaan verschillende interpretaties aangaande de gedraaide lijnversiering. Zo zou deze vorm refereren aan de ronde schijf die men van de basis van een conus-schelp snijdt en wordt gedragen door hoofdmannen en divinators als statussymbool. Een andere referentie is dat de vorm staat voor de lijnen in het water die ontstaan nadat er een steen in is gegooid (waterpoelen vormen een belangrijke plek bij de Shona - het is de plaats van voorouderverering). Een laatste referentie is die met de door vrouwen gedragen scarificaties, die op verschillende plaatsen op het lichaam werden aangebracht.<BR> <BR> Alle motieven refereren op verschillende manieren aan zowel de voorouders, als aan de vrouwen die met hun vruchtbaarheid de familie in stand houden. Hoewel de neksteun neigt naar een vrouwelijke identiteit, werd ze alleen gebruikt door mannen. Als een man droomde dan werd er gezegd dat hij zijn voorouders opzocht.<BR> Neksteunen werden na de dood van de eigenaar meegegeven in het het graf of doorgegeven aan zijn nakomelingen.<BR> Hoewel neksteunen onder de Shona nauwelijks meer worden vervaardigd, hebben ze wel een lange traditie gekend die ver teruggaat in de tijd.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Een uit hout vervaardigde neksteun, qua vorm gelijkend op een krukje met licht gebogen, smalle 'zitting', rustend op een rijk versierde basis. Aan de bovenzijde is het hout bewerkt met 4 driehoeken, op zich weer opgebouwd uit een zestal kleine driehoekjes. De neksteun is aan voor- en achterzijde bewerkt met in reliëf aangebrachte geometrische motieven en tot een spiraal gedraaide lijnversiering aan de buitenrand.