Bedu

De Nafana leven in het grensgebied van Ivoorkust en Ghana. Op het einde van de 19de eeuw kenden ze een anti-hekserijcultus waarin grote gehoornde plankmaskers dansten, de sakrobundi (of sakarabunu). Deze cultus werd door Franse en Britse koloniale administraties en christelijke missies met succes onderdrukt. Vanaf de jaren 1930 verschenen in publieke optredens twee nieuwe type maskers die op het oudere voorbeeld waren geïnspireerd: de vrouwelijke bedu, waarvan de bovenstructuur uit een lange steel met een schijf bestaat, en de hier getoonde mannelijke bedu met de gestileerde hoorns.<BR> Bedu-maskers behoren tot de grootste maskers van Afrika en er zijn voorbeelden van tweeënhalvemeter en 50 kg. bekend.<BR> Zowel de vrouwelijke als de mannelijke exemplaren worden gedragen door jonge mannen die er atletische dansen mee uitvoeren. Ze treden op tijdens begrafenisrituelen en ceremoniën die verbonden zijn met de oogst.<BR> <BR> De Nafana houden een jaarlijks terugkerend feest, dat bekend staat als de 'dans van de Bedu'. De periode waarin de festiviteiten plaatsvinden wordt in de Nafana-kalender de 'maand van de Bedu-maan' genoemd en correspondeert met de Islamitische Ramadan-maand. De Bedu-cultus is vooral bedoeld om de vruchtbaarheid van mens en gewas gunstig te beïnvloeden en sociale conflichten of ziekten te bestrijden. Daarnaast kan de Bedu-ceremonie worden opgevoerd in tijden van acuut onheil, bijvoorbeeld bij de dood van een ouderling. Het belangrijkste moment van het grootste Bedu-feest is de uitvoering van de Bedu-maskerdans met twee opvallend grote platte maskers. De maskers vormen een paar en worden beschouwd als mannelijk en vrouwelijk. De maskers, die nooit in daglicht vertoond mogen worden, bewaart men in een speciale, door twee mensen bewaakte ruimte.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Houten masker met een massief driehoekig onderstuk voorzien van drie gaatjes die de ogen en de mond aanduiden. Het bovenstuk wordt gevormd door binnenwaarts gekromde ovaalvormige 'hoorns'. Polychroom versiering in zwart/wit.

Bedu

De Nafana leven in het grensgebied van Ivoorkust en Ghana. Op het einde van de 19de eeuw kenden ze een anti-hekserijcultus waarin grote gehoornde plankmaskers dansten, de sakrobundi (of sakarabunu). Deze cultus werd door Franse en Britse koloniale administraties en christelijke missies met succes onderdrukt. Vanaf de jaren 1930 verschenen in publieke optredens twee nieuwe type maskers die op het oudere voorbeeld waren geïnspireerd: de vrouwelijke bedu, waarvan de bovenstructuur uit een lange steel met een schijf bestaat, en de hier getoonde mannelijke bedu met de gestileerde hoorns.<BR> Bedu-maskers behoren tot de grootste maskers van Afrika en er zijn voorbeelden van tweeënhalvemeter en 50 kg. bekend.<BR> Zowel de vrouwelijke als de mannelijke exemplaren worden gedragen door jonge mannen die er atletische dansen mee uitvoeren. Ze treden op tijdens begrafenisrituelen en ceremoniën die verbonden zijn met de oogst.<BR> <BR> De Nafana houden een jaarlijks terugkerend feest, dat bekend staat als de 'dans van de Bedu'. De periode waarin de festiviteiten plaatsvinden wordt in de Nafana-kalender de 'maand van de Bedu-maan' genoemd en correspondeert met de Islamitische Ramadan-maand. De Bedu-cultus is vooral bedoeld om de vruchtbaarheid van mens en gewas gunstig te beïnvloeden en sociale conflichten of ziekten te bestrijden. Daarnaast kan de Bedu-ceremonie worden opgevoerd in tijden van acuut onheil, bijvoorbeeld bij de dood van een ouderling. Het belangrijkste moment van het grootste Bedu-feest is de uitvoering van de Bedu-maskerdans met twee opvallend grote platte maskers. De maskers vormen een paar en worden beschouwd als mannelijk en vrouwelijk. De maskers, die nooit in daglicht vertoond mogen worden, bewaart men in een speciale, door twee mensen bewaakte ruimte.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Houten masker met een massief driehoekig onderstuk voorzien van drie gaatjes die de ogen en de mond aanduiden. Het bovenstuk wordt gevormd door binnenwaarts gekromde ovaalvormige 'hoorns'. Polychroom versiering in zwart/wit.