Huang-Djan

De Diola leven in de Basse-Casamance (zuidelijk Senegal) en bestaan uit een aantal subgroepen. Ondanks een sterke islamisering komen er nog altijd diverse vrouwelijke en mannelijke 'traditionele' genootschappen voor. Dit soort staven behoren toe aan leden van dergelijke verenigingen. Het belangrijkste genootschap voor vrouwen is Ehunya, dat zich in de eerste plaats bezig houdt met problemen en geboorte. Dit genootschap heeft een raad die geleid wordt door een 'koningin'. De leden van de raad bezitten een rijk versierde scepter (huang diang), die als vruchtbaarheidsstaf optreedt tijdens vrouwenfeesten en initiaties. Vroeger werden de staven met de eigenaressen begraven.<BR> <BR> De kauri-schelpen op de staf zijn symbool van vruchtbaarheid en rijkdom. Zo'n staf werd doorgaans gesneden door beeldhouwers afkomstig uit de buurlanden Guinée-Conkry en Mali; vandaar de verscheidenheid aan 'buitenlandse' invloeden.<BR> <BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Houten staf gedeeltelijk bedekt met kraaltjes. De staf is bekroond met een antropomorfe vrouwelijke figuur. Ze heeft een groot smal hoofd met grote, halfgesloten ogen. De lippen steken uit en op de wangen lopen twee schuine groefjes. De platte haarkam loopt van voor naar achter en heeft enkele groeven op de zijden en komt achter in de nek uit in een klein knotje. Aan de voorkant zit op de kam een elipsvorm met eromheen kralensnoertjes. Op haar hoofd bevindt zich een gaatje waarin snoertjes zitten bestaande uit blauwe-gele en rode kraaltjes met op het einde van de snoertjes een kaurischelpje. Om de nek hangen vier snoeren (één van kleine, rode kraaltjes, één iets grotere blauw met witte, één goudgele en één van zilverkleurige bolletjes). De figuur heeft grote borsten waarop twee horizontale groefjes zijn aangebracht. De armen hangen langs het lichaam, in bovenarmen en op de polsen zijn twee horizontale groefjes te onderscheiden. Op ellebooghoogte zit een gaatje tussen arm en buik, waarin aan de voorzijde een knoopje en op rug een snoer blauwe een gele en een van rode kraaltjes is bevestigd. Ze houdt de korte benen tegen elkaar. Om beide enkels hangen kralensnoertjes (één kleine donkergroen, één blauwe met wit, één goudgele en één aantal kleuren door elkaar). Figuur staat op een platte voet met schuine groefjes in de buitenrand. Hieronder is de staf bedekt met kralensnoertjes in verschillende kleuren. Deze kralenbedekking wordt op twee plaatsen onderbroken door gaatjes in het hout waaruit verschillende kralensnoertjes steken die uitlopen in een kauri, een klein koperen belletje of een papieren of plastic ringetje.

Huang-Djan

De Diola leven in de Basse-Casamance (zuidelijk Senegal) en bestaan uit een aantal subgroepen. Ondanks een sterke islamisering komen er nog altijd diverse vrouwelijke en mannelijke 'traditionele' genootschappen voor. Dit soort staven behoren toe aan leden van dergelijke verenigingen. Het belangrijkste genootschap voor vrouwen is Ehunya, dat zich in de eerste plaats bezig houdt met problemen en geboorte. Dit genootschap heeft een raad die geleid wordt door een 'koningin'. De leden van de raad bezitten een rijk versierde scepter (huang diang), die als vruchtbaarheidsstaf optreedt tijdens vrouwenfeesten en initiaties. Vroeger werden de staven met de eigenaressen begraven.<BR> <BR> De kauri-schelpen op de staf zijn symbool van vruchtbaarheid en rijkdom. Zo'n staf werd doorgaans gesneden door beeldhouwers afkomstig uit de buurlanden Guinée-Conkry en Mali; vandaar de verscheidenheid aan 'buitenlandse' invloeden.<BR> <BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Houten staf gedeeltelijk bedekt met kraaltjes. De staf is bekroond met een antropomorfe vrouwelijke figuur. Ze heeft een groot smal hoofd met grote, halfgesloten ogen. De lippen steken uit en op de wangen lopen twee schuine groefjes. De platte haarkam loopt van voor naar achter en heeft enkele groeven op de zijden en komt achter in de nek uit in een klein knotje. Aan de voorkant zit op de kam een elipsvorm met eromheen kralensnoertjes. Op haar hoofd bevindt zich een gaatje waarin snoertjes zitten bestaande uit blauwe-gele en rode kraaltjes met op het einde van de snoertjes een kaurischelpje. Om de nek hangen vier snoeren (één van kleine, rode kraaltjes, één iets grotere blauw met witte, één goudgele en één van zilverkleurige bolletjes). De figuur heeft grote borsten waarop twee horizontale groefjes zijn aangebracht. De armen hangen langs het lichaam, in bovenarmen en op de polsen zijn twee horizontale groefjes te onderscheiden. Op ellebooghoogte zit een gaatje tussen arm en buik, waarin aan de voorzijde een knoopje en op rug een snoer blauwe een gele en een van rode kraaltjes is bevestigd. Ze houdt de korte benen tegen elkaar. Om beide enkels hangen kralensnoertjes (één kleine donkergroen, één blauwe met wit, één goudgele en één aantal kleuren door elkaar). Figuur staat op een platte voet met schuine groefjes in de buitenrand. Hieronder is de staf bedekt met kralensnoertjes in verschillende kleuren. Deze kralenbedekking wordt op twee plaatsen onderbroken door gaatjes in het hout waaruit verschillende kralensnoertjes steken die uitlopen in een kauri, een klein koperen belletje of een papieren of plastic ringetje.