Beeld

Deze beelden dienen volgens Herbert M. Cole in African Arts in de cultus van de goden die te maken hebben met de vier dagen van de Ibo-week ; onie, afo, nkwo, eke.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Smalle, antropomorfe mannelijk figuur met groot hoofd. De geopende mond waarin zes tanden te zien zijn, de ogen en de wenkbrauwen zijn wit van kleur. Het figuur heeft een rechte, aan de bovenkant, brede neus, waarvan op de bovenste helft schuine groeven zijn te onderscheiden. Het voorhoofd en de slapen zijn eveneens voorzien van schuin aangebrachte groeven. Boven deze groeven bevinden zich weer iets rondlopende horizontale groeven, tot boven de oren. Het figuur heeft halfronde oren die licht van het hoofd afstaan. Op het hoofd draagt deze figuur een eivormig hoofddeksel met daaronder een rand knobbels. Van boven in de hals tot de ver uitstekende navel loopt een brede tatoeagerand over de voorzijde van het lichaam bestaande uit een ruitjesmotief. De schouders zijn smal en de armen hangen langs het lichaam, de handen iets naar voren uitstekend. Om de polsen zitten armbanden van acht richels, die eveneens witachtig van kleur zijn. Tussen de borsten zit een kalebasvormpje. Lange rechte benen, iets door de knieën gezakt. Om de enkels brede banden bestaande uit een gladde band en een spiraalvormige band, wit van kleur.

Beeld

Deze beelden dienen volgens Herbert M. Cole in African Arts in de cultus van de goden die te maken hebben met de vier dagen van de Ibo-week ; onie, afo, nkwo, eke.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Smalle, antropomorfe mannelijk figuur met groot hoofd. De geopende mond waarin zes tanden te zien zijn, de ogen en de wenkbrauwen zijn wit van kleur. Het figuur heeft een rechte, aan de bovenkant, brede neus, waarvan op de bovenste helft schuine groeven zijn te onderscheiden. Het voorhoofd en de slapen zijn eveneens voorzien van schuin aangebrachte groeven. Boven deze groeven bevinden zich weer iets rondlopende horizontale groeven, tot boven de oren. Het figuur heeft halfronde oren die licht van het hoofd afstaan. Op het hoofd draagt deze figuur een eivormig hoofddeksel met daaronder een rand knobbels. Van boven in de hals tot de ver uitstekende navel loopt een brede tatoeagerand over de voorzijde van het lichaam bestaande uit een ruitjesmotief. De schouders zijn smal en de armen hangen langs het lichaam, de handen iets naar voren uitstekend. Om de polsen zitten armbanden van acht richels, die eveneens witachtig van kleur zijn. Tussen de borsten zit een kalebasvormpje. Lange rechte benen, iets door de knieën gezakt. Om de enkels brede banden bestaande uit een gladde band en een spiraalvormige band, wit van kleur.